All Things Economic

Archive for the ‘Economie’ Category

Alternative

In Economie on 25 september 2014 at 23:57

Busines graph with money and arrow

Een week na de deelstaatverkiezingen in Brandenburg en Thüringen, waarin de partij “Alternative für Deutschland” (AfD) zichtbaar succes boekte, komt kredietbeoordelaar S&P met een opvallende kredietwaarschuwing voor de Eurozone.

De opkomst van de AfD zou de Duitse steun voor de zwakke landen in de eurozone bedreigen, met alle consequenties van dien, zo oordeelt S&P. Het bureau kijkt natuurlijk naar de gegoedheid van de overheidsfinanciën in de eurozone. Kijken we echter naar de positie van de huishoudens, een belangrijke bron van zorg voor de AfD, dan is het beeld geheel anders.

Niet alleen de Duitse, maar ook de Italiaanse, Belgische en Franse huishoudens hebben een hekel aan hoge schulden. Het aandeel van huishoudens in de totale schuldenlast is in deze landen is veel lager dan in Nederland, Groot-Brittannië of de Verenigde Staten.

Schuld disciplineert. Men is dan wel civielrechtelijk vrij, maar de facto gebonden. Het maken van schulden door huishoudens jaagt de consumptie enorm aan, zonder dat de inkomens hoeven te stijgen. Goed voor banken, grootbedrijf en, volgens het huidige dogma, voor bezuinigende overheden. Het systeem loopt natuurlijk een keer vast, maar in de tussentijd vinden enorme vermogensoverdrachten plaats. Het brengt de burger ook dichter bij de overheid – want er moeten risico’s worden verzekerd. Deze verzekeringspolissen van staatswege kunnen vervolgens naar hartenlust worden versoberd – bij gelijkblijvende premieafdrachten.

Daarvoor zijn dan naast sterke staten goedgelovige burgers nodig en daarmee wil het buiten de kuststroken van de Atlantische plomp niet zo vlotten. Want in vooral in Duitsland, maar ook in Frankrijk zit de angst voor de teloorgang van de burgerlijke middenklasse diep, terwijl in Italië en België daarbij het vertrouwen in de landelijke overheid gering is. Men dopt liever zijn eigen boontjes en zit niet te wachten op een nieuwe vorm van feodaliteit.

Er is misschien een grotere, zij het wonderlijke, waardengemeenschap in een groot gedeelte van de eurozone dan men op het eerste oog waarneemt. En een kredietoordeel is zonder betekenis voor wie geen of weinig schulden heeft.

Verlicht en Liberaal

In Economie on 8 september 2014 at 16:19

Kitchener

Ergens ver in het noorden, in een bergachtig en ruig landschap afgewisseld door diepe en langgerekte meren, huist een duister volk. Een volk, dat zich mag verheugen in het feit, dat het de afgelopen driehonderd jaar de zegeningen heeft mogen smaken van een unie met een verlichte en liberale natie.

En nu, na al die tijd, verheft dit aan Whisky verslaafde volk zich en maakt zich op voor onafhankelijkheid. De onverantwoordelijke agenda van deze rokken dragende barbaren kan geen andere zijn dan een duistere en conservatieve, wellicht nog gevoed door kuiperijen van buitenlandse mogendheden. waarom, immers, zou iemand het Aards Paradijs willen verlaten? De Schotten zijn niet de eersten.

Precies honderd jaar geleden stond het Britse eilandenrijk aan de rand van een burgeroorlog. Het betrof toen de Ierse kwestie, waarbij de Ierse protestanten (verlicht en liberaal, want van Engelse afkomst) zich gewapenderhand wensten te verzetten tegen een voorgenomen status aparte van het Ierse eiland. Het Britse leger kreeg opdracht om in te grijpen, maar een groot deel van officierskorps weigerde de orders op te volgen. Gelukkig kon het leger zich een maand later in Frankrijk rehabiliteren en werd de kwestie tijdelijk naar de achtergrond gedrongen.

Het zal niet komen tot een militaire interventie in Schotland. De druk die op de Schotten wordt uitgeoefend is al enorm en komt van binnen- en buitenland. Feel free to check out, but refrain from leaving. Schotland zal eieren voor zijn Britse ponden kiezen en niet opteren voor onafhankelijkheid, maar genoegen nemen met de status van “Union member plus”. Onafhankelijkheid is iets voor gebieden als Zuid-Soedan of Kosovo. Niet voor regio’s die onderdeel uitmaken van gevestigde nationale staten.

Hiermee komt uiteraard geen eind aan een zeer fundamenteel probleem dat de Britse Eilanden al meer dan 100 jaar in zijn greep heeft. En dat is de bijzondere positie van Londen. Deze immer groeiende stad werkt als een vuurstorm: de brand neemt toe en zuigt de zuurstof uit een steeds groter wordend omliggend gebied. Nadat eerst de landbouw feitelijk van de eilanden verdween, volgde later de industrie. De (door de Engelsen zelf) veelgeroemde innovatieve economie bestaat voornamelijk uit de uitzonderlijk omvangrijke financiële sector en de eigen munt als toevluchtsoord voor niet zelden dubieuze vermogens. De in Londen om zich heen grijpende vermogensprijsinflatie leidt op het oog tot een enorme voorspoed, maar werkt zeer destructief daarbuiten.

Het zogenaamde economische herstel van de laatste jaren voltrekt zich dus vrijwel uitsluitend in het grotere Londen. De rest van het eilandenrijk zucht onder leegloop, verarming en contractie. Het is dan ook niet vreemd, dat de voorspelde rampspoed als gevolg van een Schotse uittreding uitsluitend en alleen wordt beschreven in financiële en economische termen. Er is vanuit de City verder nauwelijks enige werkelijke betrokkenheid met alles daarbuiten. De weerzin daartegen groeit.

Wat is de toekomst van een stadstaat met een adellijke elite en een oligarchie die uitsluitend is gebaseerd op financieel gewin voor een beperkte groep van de bevolking? Misschien kunnen de Engelsen daar nog eens over nadenken.

David Hume en Adam Smith zouden bij het aanschouwen van dit alles zeker geen zucht van Verlichting slaken.

De Schuldbekentenis

In Economie on 18 augustus 2013 at 18:15

schuld

Het heeft even tijd gekost, maar nu is het zover. Ons land zucht onder de recessie en de hoofdschuldige daaraan is: de bezitter van een eigen woning. Het verhaal is van een verrassende eenvoud en als volgt.

De economische voorspoed in de jaren negentig is terug te voeren op opzichtige consumptie. Consumptie die tot stand kon komen doordat huiseigenaren de overwaarde van hun eigen woning verzilverden en aldus tegen de klippen op consumeerden. Hiervoor ontvingen zij, wegens de fiscale aftrekbaarheid van de hypotheekrente, ook nog eens subsidie. Natuurlijk speelden banken en overheid hierin een rol, maar het had allemaal niet kunnen gebeuren indien de huizenbezitters maat hadden weten te houden. En we wisten natuurlijk allemaal allang, dat dit niet eeuwig door kon gaan. Nu plukken wij dus de wrange vruchten van deze vermaledijde scheefgroei. En zoals een ieder wordt geacht de wet te kennen, zo ook is een ieder verantwoordelijk voor zijn eigen handelen.

Dus kan op goede gronden schoon schip worden gemaakt. Enerzijds zijn er de huiseigenaren zich mogen verheugen in een lage of zelfs niet existente hypothecaire schuld. Hun woning vertegenwoordigt een vermogenscomponent, die niet tot het belastbare privévermogen wordt gerekend. Anderzijds zijn er de huiseigenaren die een hypothecaire financiering hebben die gelijk of, schande, zelfs hoger is dan de waarde van hun woning. Er zijn er zelfs bij die niet aflossen op hun hypotheekschuld, maar fiscaal vriendelijk sparen of beleggen. Er kan dus ook hier sprake zijn van een netto vermogenspositie die niet belastbaar is.

Het beeld is duidelijk: de huiseigenaar moet maatschappelijk in het gareel worden gebracht. De natie schudt op haar grondvesten door het perfide gedrag van woningbezitters. En zo vormt zich uit het immer amorfe Nederlandse maatschappelijke veld een soort Mozes die, afdalend van het Systeemplateau op de Maakbaarheidsberg, zijn Stenen Tafelen stuk werpt, woest als hij is op zijn volk dat tijdens zijn afwezigheid is gaan dansen rond het Gouden Kalf. Een vreemde Mozes, dat wel, want de Stenen Tafelen waren er al lang, waardoor de reden van zijn afwezigheid vooralsnog in nevelen gehuld moet blijven.

In het belastingplan voor de 21ste eeuw, dat in de jaren negentig werd ontwikkeld en in 2000 werd aangenomen, werd oorspronkelijk voorzien om de eigen woning in de zogeheten box 3 onder te brengen: inkomen uit sparen en beleggen. Op deze vermogenscomponenten wordt een rendement van 4% verondersteld, waarover een belastingtarief van 30% wordt geheven. Tegelijkertijd zouden dan de tarieven voor de inkomstenbelasting stevig worden verlaagd. Dit zou hebben geleid tot het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Het idee haalde het toen niet. Het was overigens het magnum opus van Willem Vermeend, destijds staatssecretaris in de kabinetten Kok. Dezelfde Willem Vermeend, die met de kennis van nu spijt heeft van de privatisering van KPN. Met betrekking tot zijn grote werk zal de term “weeffout” wel niet lang op zich laten wachten.

De 21ste eeuw is nog jong en de fiscale wetgeving is bepaald niet in steen gehouwen. In de fiscale wereld is een eeuw al na een decennium voorbij. Het zal dus niet lang duren voordat de eigen woning en de eventueel daaraan gekoppelde levensverzekeringen verhuizen naar box 3. Dit, zo zal onze overheid verkondigen, zal budgetneutraal verlopen. Dat klinkt vriendelijk, maar het is een politiek-ambtelijke term die uitsluitend uitdrukt, dat het voor de overheid zelf modelmatig budgetneutraal uitpakt. Niet voor enige andere partij. Omdat de inkomstenbelasting nu slechts beperkt zal dalen, zullen de vermogens-en inkomenseffecten enorm zijn.

Maar dat hadden we kunnen weten. En we zijn zelf verantwoordelijk.

Vermogen?

In Economie on 18 maart 2013 at 00:27

Vermogensverdeling

Nederlandse vermogensongelijkheid de hoogste in de eurozone. En dan zijn we nog niet eens zó rijk. Cui Bono?

Pensioenen

In Economie on 15 maart 2013 at 00:12

lubbers

In de jaren 1980 speelden de kabinetten Lubbers met de idee om de aftrek van pensioenpremies af te schaffen. De zogeheten omkeerregel zou dan leiden tot de onbelaste uitkering van pensioenen. Een andere gedachte was, om in een keer af te rekenen met de pensioenfondsen om zodoende in een grote slag de staatsschuld met tientallen miljarden te verlichten. De plannen haalden het niet.

Ruim twintig jaar later wordt een variant voorgesteld, dat het wel lijkt te gaan halen. Door het onder druk zetten van de pensioenfondsen worden deze er nu toe bewogen om grootschalig te beleggen in Nederlandse hypotheken. De beloning is een vast en relatief hoog rendement – onder staatsgarantie-, waardoor de toekomstige verplichtingen een lagere huidige waarde krijgen. Deze “winst” kan dan worden afgezet tegen het nadeel van afwaardering op de hypothekenportefeuille als gevolg van dalende huizenprijzen. En de banken, zo wordt gehoopt, zullen weer beginnen met het verstrekken van nieuwe hypotheken, waardoor de huizenmarkt op gang komt en uiteindelijk de huizenprijzen weer zullen stijgen. En zo is één min één plus één gelijk aan één. Iedereen wint.

Hier zien we de ongekende invloed van de Staat. Geef een heerser een rendementsdefinitie en hij bouwt een paleis. Met economie heeft het niets te maken.

Het is nog maar zes jaar geleden dat het CPB een lofrede afstak over het grootschalig beleggen van pensioenfondsen in opkomende markten. Deze werden gekenmerkt door een hoge bevolkingsgroei, waardoor een natuurlijke hedging zou worden bewerkstelligd vis à vis het vergrijzende moederland.

Nu moeten de pensioengelden koste wat het kost en met spoed worden gerepatrieerd.

De economische groei van de laatste twintig jaar is vooral bereikt door een forse toename van de particuliere schuld. Het leek geen probleem, omdat ook de particuliere besparingen toenamen en dan vooral het collectieve deel via de pensioenfondsen. En zo won iedereen.

Hoewel in 1981 de staatsfinanciën ernstig ontregeld raakten, was nauwelijks sprake van buitenlandse schuld.  Daarnaast waren de maatschappelijke bezittingen nog van zeer grote omvang. Hierbij valt te denken aan de gas- en goudreserves en het grote aantal staatsondernemingen en overige bezittingen, ook al waren deze bepaald niet het toppunt van efficiency. Sindsdien is de waarde van het collectieve bezit radicaal afgenomen. De huidige staatsdeelnemingen bestaan voornamelijk uit technisch failliete financiële instellingen.

Wer alles defendieren will, defendiert gar nichts. De Staat garandeert het Nederlandse bankwezen (in omvang vijf keer het BBP), een groot deel van de hypotheken, de schulden van de woningcorporaties, de zorginstellingen, exportkredieten en wat dies meer zij. Een moderne variant op de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het is een kwestie van tijd voordat beleggers aan deze enorme berg aan garanties een risicobedrag gaan hangen en dit optellen bij de staatschuld.

Het is onrustig in de foyer. Alleen de pensioenreserves zijn nog beschikbaar voor de laatste akte van het  twintigjarige toneelspel. De voorstelling gaat beginnen. De Staat wenst u een genoeglijk schouwspel, want de ontknoping zal een gelukkige zijn. Echt waar.

Oorlog noch Vrede

In Economie on 11 december 2012 at 02:21

Napoleons terugtocht

Het zal toeval zijn dat de Nobelprijs voor de vrede werd uitgereikt aan de Europese Unie op de dag dat 200 jaar geleden de schamele resten van de Grande Armée het Russische grondgebied achter zich lieten. Terwijl in Vilnius achtergelaten zieke en gewonde soldaten bij duizenden werden afgeslacht door de kozakken, was Napoleon al halverwege Parijs. Op tijd om onder de kerstboom wederom een herstelplan te bedenken.

In Rusland verloor Napoleon zijn soldaten en zijn bondgenoten. Aan beide zijden waren meer dan een miljoen doden, burgers en militairen, te betreuren. Voor een groot idee ziet men niet op een paar slachtoffers.

De aanleiding voor de Russische veldtocht was van economische aard, want Rusland had het door Napoleon tegen Engeland gerichte continentale stelsel verlaten. Tussen Engeland en Frankrijk was het al twintig jaar oorlog, die vooral met handelsblokkades werd gevoerd. Kort daarvoor, in de jaren 1780, had Engeland succesvol een eind gemaakt aan de het Verbond van Gewapende Neutraliteit, dat een reactie was op de Engelse blokkade van de Europese handel met de opstandige koloniën in Noord-Amerika. Waren de Engelsen te land niet altijd succesvol, ter zee vestigden zij hun hegemonie.

De Vierde Engels-Nederlandse oorlog was een uitvloeisel van dit verbond. Voordien leidde een conflict met de Republiek tot problemen in de kapitaalstromen naar Engeland, die voornamelijk via de Republiek naar Engeland vloeiden en zo in hoge mate bijdroegen aan de industriële revolutie aldaar.  Tijdens deze oorlog bleken de Engelsen echter nauwelijks nog afhankelijk van de geldmarkt in Amsterdam. De Nederlandse nederlaag luidde het begin in van het afscheid van het volk van de regentenkliek, die met de voorgenomen bouw van 80 oorlogsschepen al rentenierend en uitbuikend hamerde op het belang van een herlevende VOC-mentaliteit bij het plebs.

De Engelse suprematie ter zee bleek zelfversterkend. Het bespoedigde de industriële revolutie, die op haar beurt bijdroeg aan een superieure vloot en dito organisatie. De economische groei maakte hogere lasten als gevolg van de veelheid aan militaire conflicten niet zeer voelbaar op de Britse eilanden. In een tijd waarin staten niet bekend stonden om hun kredietwaardigheid, schitterde de ster van Engeland eenzaam. Zeker na de gestage ondergang van de Hollandse zon.

Hoewel het grotere en rijkere Frankrijk ook aan de vooravond van de industriële revolutie leek te staan en zij daarnaast een bijzonder potent exportproduct bezat, namelijk de revolutie, bleek Napoleon in het geheel niet in staat dit om te zetten in enige blijvende vorm. Napoleon voerde weliswaar bestuurlijke rationaliseringen door, maar deze werden vooral ingezet voor de mobilisatie en exploitatie natuurlijke en menselijke hulpbronnen in de bezette gebieden. Zo kon de Franse burger in de eerste jaren van de Napoleontische heerschappij worden ontzien.

De Engelsen waren in staat om enorme bedragen te lenen tegen gunstige condities. Niet alleen brachten zij zo hun eigen natie nauwelijks schade toe, maar tevens waren zij in staat hun bondgenoten vrijwel onbeperkt te steunen en twijfelaars in hun kamp te brengen. De fenomenale staatsschuld bracht het Eilandenrijk slechts voordelen.

Ondanks een lange reeks van militaire overwinningen bleek Napoleon slechts in staat om grote delen van Europa -en niet in de laatste plaats de Duitse gebieden- in het verderf te storten. Uiteindelijk bleek hij niet in staat zijn bondgenoten te steunen en verloor hij zelfs de steun van zijn verarmde Franse volk. De droom bleek een nachtmerrie.

De idee van een Verenigd Europa, gebaseerd op vrijheid, gelijkheid en broederschap, stierf een gewelddadige dood. De, naar later bleek niet minder gewelddadige, natiestaat werd volwassen.

Papieren Verliezen

In Economie on 1 februari 2012 at 01:33

Niets mooier dan tekorten die slechts op papier bestaan. Het klinkt ook zo mooi. Het is allemaal slechts papier. Gisteren werd bekend dat de grootste woningcorporatie van ons land in grote liquiditeitsproblemen verkeert. Andere partijen spreken van miljardenverliezen en weer andere van verliezen op grond van speculaties met beleggingen.

Wat is er aan de hand?

Iedere onderneming die grote en langjarige investeringsverplichtingen aangaat, doet dit op basis van een rendementseis. Indien voor deze investeringen geld moet worden geleend, vaak in de toekomst, dan is het goed ondernemerschap om het risico van rentestijgingen geheel of gedeeltelijk te beperken. Hiervoor zijn zogeheten afgeleide renteproducten of rentederivaten ontwikkeld. De eenvoudige rentederivaten zijn niet anders dan een verzekering: tegen betaling van een vergoeding is men beschermd tegen een toekomstige rente die hoger is dan bijvoorbeeld de rendementseis.
Een premie kost geld. Als de rentestijging zich niet voordoet, is de premie dus voor niets betaald. Dit gebeurt natuurlijk volop: denk bijvoorbeeld aan brand- of diefstalverzekeringen. Het vreemde is, dat velen moeite hebben met het verzekeringsprincipe zodra de aard van deze verzekeringen de persoonlijke belevingssfeer overtreffen. Daarom zijn er derivaten ontwikkeld die “niets” kosten. Gratis valt altijd in goede polderaarde. De prijs voor het afdekken van een rentestijging wordt dan betaald uit de opbrengst van het risico dat men neemt op een rentedaling. Het kost dus niets als de rente blijkt te stijgen. Als de rente daalt, kost het echter wel degelijk wat.

De laatste jaren is de rente gedaald, mede door de interventies van de Europese Centrale Bank (ECB). De Nederlandse Staat en de bankensector “verdienen” dus volop, terwijl pensioenfondsen en investerende partijen met “gratis” rentederivaten door het ijs zakken. De Nederlandse samenleving verliest per saldo tientallen miljarden en de rekening blijft stijgen.
Sommigen stellen, dat bij deze grote en andere woningcorporaties en pensioenfondsen slechts sprake is van papieren tekorten. Bij de woningcorporatie is het tekort zeer reëel. Zij moet namelijk geld stallen bij de banken zolang de rente laag is en dit bedrag wordt groter naarmate de rente lager is. Het is dus een reëel liquiditeitstekort waarvoor veel geld moet worden geleend. De corporatie zal dus flink moeten snijden in de normale bedrijfsuitoefening, te weten de sociale dienstverlening. Huren omhoog, onderhoud omlaag en zo min mogelijk uitgeven aan sociale investeringen in de wijken.

Bij de pensioenfondsen is momenteel juist in het geheel geen sprake van een liquiditeitstekort, maar als de rente laag blijft en de uitkeringen niet worden gekort, dan treedt dit probleem op termijn zeker op. De Europese Commissie ziet als een van de speerpunten van haar beleid, dat de negatieve effecten van de vergrijzing worden bestreden. Mensen moeten daarom langer werken en dit kan het beste worden afgedwongen door de pensioenleeftijd te verhogen. In een monetaire unie met een lage inflatiedoelstelling moeten lonen en uitkeringen van niet-concurrerende economieën worden verlaagd. In dit beeld past het huidige monetaire en budgettaire beleid prima.

Lastig voor ons land, want de loonkosten zijn hier bijna 15% hoger dan in Duitsland. Meer corporaties zullen in de problemen komen. Gemeenten komen in de problemen. Afstempeling van pensioenen en verlaging van hoogte en duur van uitkeringen gaan tot problemen leiden. Het MKB heeft problemen met het verkrijgen van financieringen. Met enige vertraging zullen ook de reguliere contractlonen onder druk komen te staan.

Hopelijk “verdient” de staat genoeg aan de lage rente om al deze “papieren” tekorten op te kunnen vangen.

Negatieve rente

In Economie on 10 januari 2012 at 01:47

Duits schatkistpapier wordt momenteel verhandeld tegen een negatieve rentevergoeding. De belegger krijgt na 3, 6 of 12 maanden minder terug dan hij heeft ingelegd. Nu nadert zelfs het tweejaarsgeld de 0%. De Duitse federale overheid verdient nu dus aan het lenen van geld.

Verdienen aan het lenen van geld. Het lijkt te mooi om waar te zijn. Velen zien dit verschijnsel als het zoveelste bewijs, dat de geldende economische wetmatigheden niet langer geldig zijn. Het tegendeel is waar, maar daarmee is het verschijnsel van negatieve rente niet minder verontrustend.

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft aan Europese banken ruim € 450 miljard geleend, omdat de banken elkaar geen geld meer willen lenen. En dit bedrag betreft leningen die de banken pas na drie jaar hoeven terug te betalen. Een veelvoud van dit bedrag wordt op kortere termijn door de ECB aan de banken geleend. Zonder deze massieve interventies zou het merendeel van de banken niet meer bestaan. De banken moeten hiervoor rente betalen aan de ECB en voor de periode van drie jaar is dit slechts 1%. De Europese belastingbetaler staat garant voor de ECB.

Grote ondernemingen, zoals Siemens, hebben grote bedragen in kas. Deze bedragen worden niet ingezet voor grootschalige overnames of investeringen. Het geld wordt evenmin geretourneerd aan de aandeelhouders. Men houdt de middelen aan als strategische reserve. Het wordt echter steeds moeilijker om veilige beleggingsalternatieven te vinden en zelfs het aanhouden van grote tegoeden bij banken levert een ongewenst risico op: banken kunnen immers failliet gaan.

Voor Duitsland lijkt dit een gunstige ontwikkeling. Hetzelfde geldt voor Nederland, dat ook schatkistpapier tegen een negatieve rente heeft geveild. De economische wetmatigheden zijn echter onverbiddelijk. En dat betekent, dat de reële economie ernstig leidt onder de zeer slechte rendementen, het schijndode bankwezen en de afnemende beschikbaarheid van krediet. Hoewel dus de overheden lenen tegen zeer gunstige voorwaarden, dalen de rendementen van bijvoorbeeld pensioenfondsen nog verder. In Nederland klemt dit bijzonder, omdat de gezamenlijke pensioenfondsen tweemaal groter zijn dan de staatsschuld. Een meevaller voor de staat is dus een tweemaal zo grote tegenvaller voor de deelnemers in de pensioenfondsen. Per saldo wordt het land armer. Zelfs het voordeel van een lage rente kan meer dan teniet worden gedaan door tegenvallende belastingopbrengsten als gevolg van een krimpende economie.

De Nederlandse economie krimpt al en de vooruitzichten voor Duitsland zijn niet rooskleurig, hoewel een krimp daar nog niet wordt voorzien. Beleggers kijken naar landen die naar verwachting op termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen én die een markt voor staatsleningen van voldoende omvang hebben. Finland heeft hier al een probleem. Aan Nederland gaat dit effect nog even voorbij, omdat beleggers Nederland als een financiële provincie van Duitsland beschouwen. Dat betekent dan wel, dat Nederland bij nadere inspectie echt op Duitsland moet lijken – en dat is niet het geval.

Het probleem is dus niet economisch, maar politiek van aard. Het bankwezen moet worden gesaneerd en Duitsland en Frankrijk zullen met een aantal andere landen gezamenlijk staatsleningen moeten gaan uitgeven – de zogeheten “elitebonds” (zie ook het artikel Carolusobligaties van 4 december). Dit betekent ook een verdere fiscale en dus politieke integratie. Alleen dan kan weer een situatie worden bereikt, waarbij overheden moeten concurreren op de geld- en kapitaalmarkten. Wat zij ook dan gemakkelijk kunnen, omdat de reële economie meer dan genoeg inkomsten voor de staat oplevert.

Money’s too Tight to Mention

In Economie on 6 december 2011 at 16:09

Het financiële landschap is in hoog tempo aan het veranderen. Het lijkt een paradox dat de rente zeldzaam laag is en dat tegelijkertijd de beschikbaarheid daarvan steeds verder afneemt.

Vanaf het eind van de jaren ’80 vertoonde de rente een dalende trend. Lenen werd dus goedkoper. Tegelijkertijd daalde de inflatie. Bij een lage inflatie worden schulden “hard”. Schulden nemen immers in relatie tot de verdiensten nauwelijks af. Bij een hogere inflatie worden schulden “zacht”. Hieruit kan worden afgeleid, dat de lasten voortvloeiende uit een schuld gemiddeld genomen dezelfde zijn: bij een hoge inflatie (en hoge rente) gaat de verdiencapaciteit richting rentebetaling, terwijl bij een lage inflatie en lage rente de verdiencapaciteit richting aflossing gaat.

Dit is een simpele stelregel en zodoende zouden er nooit (grootschalige) schuldenproblemen hoeven te ontstaan. Er zijn echter problemen. De belangrijkste is de meting van de inflatie. Want hoewel de officiële inflatie de afgelopen 20 jaar fors is gedaald, is er sprake van een forse onevenwichtigheid. De lage inflatie is namelijk veroorzaakt niet door productieverbeteringen in de Westerse wereld, maar door het verplaatsen van productie naar lagelonenlanden. Terwijl dus de kosten van plaatselijke dienstverlening (zorg, horeca, et cetera) stegen met het tempo uit de jaren ’60 en ’70, werd compensatie gevonden in dalende prijzen van geïmporteerde consumptiegoederen. Per saldo werd dus een lage inflatie bereikt. Hoe minder ruimte in het inkomen voor deze goedkope consumptiegoederen, hoe hoger de gevoelde inflatie.

Omdat lonen gekoppeld worden aan inflatie kon de koopkracht in de jaren ’80 aanvankelijk hard stijgen. In de jaren ’60 en ’70 stegen de lonen immers op basis van een hogere inflatie. De grote meerderheid van de werknemers behield tijdens de recessie van de jaren ’80 baan en inkomen. Het leger werklozen, als gevolg van productieverplaatsingen, werd voor een groot deel in relatief royale regelingen ondergebracht. De productieverplaatsingen zorgden al snel voor aanzienlijk goedkopere consumptiegoederen. Toen de koopkracht begon af te zwakken, werd lenen aanmerkelijk goedkoper en gemakkelijker. De kredietverruiming aan bedrijven (gearing) en particulieren was aanzienlijk groter dan de groei van productie en inkomen. Omdat de kredietverlening plaatsvindt tegen het verstrekken van zekerheden, namen bedrijfs- en vastgoedwaarderingen snel toe. Dit wordt ook wel asset price inflation genoemd: de hoeveelheid geld neemt toe, maar de hoeveelheid bezittingen niet, waardoor de waarde van de bezittingen stijgt. Het is dus imperfecte marktwerking.

De opkomende markten begonnen dus eindproducten te fabriceren in plaats van het delven van grondstoffen, waardoor een fundamenteel probleem bleef bestaan, namelijk dat van een negatieve handelsbalans. De handelsbalansen van de VS en de EU zijn al decennialang negatief. Ook hier was in het begin nog geen probleem, omdat de opkomende landen instabiel waren. Geen middenklasse, corruptie en hier en daar een oorlog, het bood mogelijkheden om deze landen op krediet te betalen en ditzelfde geld weer terug te halen door de levering van oorlogstuig of een saneringsregeling bij de zoveelste sociaaleconomische crisis.

Dat nu is het afgelopen decennium radicaal veranderd. Zeker in het Verre Oosten zijn stabiele maatschappijen ontstaan met afnemende corruptie, een groeiende middenklasse en de afwezigheid van militaire conflicten (hoewel niet de afwezigheid van de dreiging daarvan). De hoeveelheid dollars en euro’s aldaar is snel geaccumuleerd. Nu het Verre Oosten in hoog tempo zelf goederen gaat consumeren die het ook nog zelf vervaardigt, zullen de prijzen hiervan in het Westen gaan stijgen.

De consequentie hiervan is, dat de inflatie in het Westen verder op zal lopen. Deze inflatie uit zich nu al in een verkrapping van de kredietverlening. Inderdaad, de afwaarderingen op het onroerend goed en de bedrijfswaarderingen worden niet meegeteld in de inflatieberekeningen en vallen daarom niet op. Maar juist hierin is de koopkrachtfictie gaan zitten. Er is namelijk op grote schaal geleend tegen de verwachte waardestijging van vastgoed en toekomstige bedrijfswaarde. Zo kan het vreemde effect optreden dat het geld goedkoop en tegelijkertijd slechts moeizaam verkrijgbaar is. Zonder ingrijpende acties sukkelt dit effect nog jaren door en zal het leiden tot zeer onevenwichtige vermogens- en inkomensoverdrachten.

De schulden zijn te hoog. Het probleem is, dat schuldeisers preferent zijn boven alle andere maatschappelijk belanghebbenden. Deze zekerheid zou zorgen voor efficiënte financiële markten. Maar die markten blijken helemaal niet efficiënt te zijn. Zowel beprijzing als allocatie zijn volledig gederailleerd. Daarnaast is het de vraag waartoe deze vermeende financiële stabiliteit dient, indien tientallen en tientallen miljoenen afzakken tot het bestaansminimum of daaronder met alle ingrijpende politieke en maatschappelijke gevolgen van dien.

Er is een acute noodtoestand. Dit rechtvaardigt een onmiddellijke afwaardering van alle schulden met minimaal 30%. De schok op de financiële markten is binnen een paar jaar vergeten. Oorlogen daarentegen trekken littekens die generaties lang zichtbaar blijven.

Carolusobligaties

In Economie on 4 december 2011 at 14:44

Speculaties alom met betrekking tot de allesbepalende Eurotop van 8 en 9 december. Dat er iets te gebeuren staat, zoveel is wel duidelijk. Dat nog vele toppen zullen volgen is ook zeker.
De belangrijkste toespraak was die van de Poolse minister van buitenlandse zaken Sikorski. Hij vroeg om Duits leiderschap en sprak zijn vrees uit – niet voor Duitse tanks, maar voor Duitse lijdzaamheid. Hiermee verlenen de Polen Duitsland rugdekking en is de Engelse sabotagepolitiek mislukt.

De tweede belangrijke toespraak was die van Sarkozy. Uiteraard beschimpt en bespot, maar toch. Ten overstaan van het ganse volk deelde hij mede, dat Frankrijk onderdelen van haar soevereiniteit zal moeten afstaan. Voorlopig houdt hij nog vast aan het Europa van de Vaderlanden, maar dat hoeft een historische wending niet in de weg te staan.

Die Eiserne Kanzlerin Merkel heeft gemeld, dat euro-obligaties “op dit moment” niet aan de orde zijn. Zij sluit deze dus niet uit, maar voorlopig zet men onverminderd in op het EFSF. Ook hier liggen dus allerlei opties open.

In 840 overleed Karel de Vrome, zoon van Karel de Grote (Carolus Magnus), en werd het Frankische Rijk verdeeld onder diens zonen. De zogeheten Karolingische Renaissance had ongeveer 70 jaar geduurd, waarbij de laatste 15 jaar in het teken stonden van conflicten rond de eenheid van het rijk. Uit de deling ontstonden het latere Frankrijk en Duitsland en een rijk van het midden onder Lotharius. Dit rijk liep van Friesland tot Rome. De verdeling vond plaats in 843 te Verdun, dezelfde plaats waar in 1916 meer dan één miljoen Duitsers en Fransen sneuvelden. Toen in 1958 de Europese Gemeenschap werd opgericht, was de territoriale overeenkomst met het Frankische Rijk treffend, hetgeen destijds ook goed werd beseft. De drie bestuurscentra (Brussel, Luxemburg en Straatsburg) liggen alle in het voormalige rijk van het midden.

De symboliek is duidelijk en de oplossing voor de huidige potentiële scheuring ligt voor de hand. Duitsland kan Europa niet alleen aanvoeren. Ook niet als kleinere landen als Nederland, Oostenrijk en Finland zich zouden aansluiten. Een inniger samenwerking met Frankrijk verandert echter alles. Het gaat dan om de vorming van een fiscale unie, die zal volgen uit een apart verdragenstelsel – mogelijk dus multilateraal. De deelnemers aan deze fiscale unie zullen gezamenlijk staatsobligaties kunnen uitgeven. Een voorwaarde kan zijn dat men minimaal een AA-status heeft. De oprichters kunnen zich nu, uitgezonderd België, verheugen in een AAA-status. Dit gebied heeft dan een nationaal inkomen van ruim € 5.500 miljard, ongeveer gelijk aan dat van China.
Een goede naam voor dit verdragsgebied is de Caroluszone, omdat het wederom nagenoeg het territorium van het Frankische Rijk omvat. Deze Caroluszone zal vervolgens het EFSF kunnen vullen én het IMF voorzien van het noodzakelijke kapitaal en daarmee deelname voor niet-Europese landen een stuk interessanter maken. Waarschijnlijk zal de vrijkomende vuurkracht vooral worden gericht op Italië en Spanje met als doel deze landen binnen vijf jaar klaar te maken voor toetreding tot de Caroluszone.

Merkel heeft het juist gezegd. Er komen geen euro-obligaties, nu nog niet. Eerst komen de Carolusobligaties. Het front wordt gestabiliseerd, maar de oorlog gaat door. Van too Big to Bail (landen) naar too Big to Fail (banken). Naar analogie van het Frankische Rijk is dit de strijd tegen de furie der Noormannen. Hier ligt nog een grote uitdaging.