All Things Economic

Archive for juni, 2011|Monthly archive page

Queeste 3.0

In Politiek on 1 juni 2011 at 13:08

Een queeste is een heldenreis. De bekendste queeste is wellicht de zoektocht naar de heilige graal door Parcival, een van de ridders van de Ronde Tafel uit de Arthurlegende. Niet verwonderlijk dus, dat veel moderne computerspellen zijn gebaseerd op de thema’s uit een queeste. De enorme ontwikkeling van de informatietechnologie heeft zeer geavanceerde spellen mogelijk gemaakt. De Arthurlegende, die zijn wortels mogelijk heeft in de laat-romeinse tijd,  maakt al duizend jaar school in Europa. Het streven naar een ideale wereld is diep in het menselijk denken verankerd.

De Europese Unie gebruikt voor het modelleren van het monetaire en fiscale beleid het programma Quest III. Deze benaming is niet geheel toevallig, want het is een “work in progress”.  En het is volstrekt onbekend. De moderne ridders van de ronde tafel zijn dan ook anoniem. Als het Europese project gelijk gesteld kan worden aan Arthur, dan is de queeste van Parcival Quest III. En het is een legitieme queeste, want het betreft een zoektocht naar de heilige graal van door de overheid gereguleerde duurzame groei.

Waarom is Quest zo belangrijk? Het kwantitatieve model is gebaseerd op het nieuwe Keynesianisme, dat een antwoord is op de neo-klassieken. De theorie gaat er vanuit dat monetair en fiscaal beleid door overheden en de centrale bank leiden tot meer efficiënte macro-economische uitkomsten dan de neo-klassieke “laissez faire” gedachte. Het is een macro-economisch model dat wordt gevoed door micro-economische principes. Op deze wijze verwacht men effecten van gebrekkige loon- en prijsaanpassingen op economische veranderingen beter te kunnen voorspellen. Ook wordt rekening gehouden met (de grote groep) huishoudens die geen besparingen realiseren. De informatierevolutie maakt het mogelijk modellen te ontwikkelen waarvan twee decennia geleden alleen nog maar kon worden gedroomd.

Het is echter een model. En elk model kent veronderstellingen en uitgangspunten. Van veel overheidsinterventies en maatregelen (input)  is nauwelijks vast te stellen wat de resultaten (output) hiervan zijn. Men is daarom een stap verder gegaan. Niet de output, maar de outcome (effecten) worden gemeten, of althans de relaties tussen input en effect worden verondersteld. Zo wordt bijvoorbeeld aangenomen, dat hogere uitgaven voor onderwijs nauwelijks effect hebben indien de arbeidsmarkt inflexibel is. Het omgekeerde kan dan dus ook het geval zijn.

De belangrijkste doelstelling is economische groei. De publieke financiën van de lidstaten moeten houdbaar zijn en economische groei ondersteunen. Economische groei wordt namelijk als een voorwaarde gezien voor andere doelstellingen, zoals bijvoorbeeld sociale cohesie. En nu wordt het interessant: het model gaat er namelijk ook vanuit, dat landen die excelleren op het terrein van een lage staatsschuld en een laag financieringstekort een grote publieke sector kunnen hebben die hand in hand gaat met goede groeicijfers. Ook wordt verondersteld, dat een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op consumptie de fiscale opbrengsten verhoogt en de economische groei bevordert. Hier zien we de wondere wereld van de beleidseconomie. Beleidseconomie richt zich op legitimatie, niet op waarheidsvinding.

Kijken we nu naar de Nederlandse regeringsmaatregelen, dan zien we dat de gemaakte keuzes prima passen in dit model. De keuzes zijn dus legitiem. De belastinginkomsten blijven stijgen, mede als gevolg van de aanpassing van het lage BTW-tarief. Volgens het model blijft het bruto nationaal product stijgen indien wordt voldaan aan de veronderstellingen. De overheid wordt echter nauwelijks kleiner, gemeten naar het totale beslag op het bruto nationaal product – maar modelmatig hoeft dat ook niet. Alleen de modelmatige ineffectieve input moet worden geschrapt. De arbeidsmarkt wordt dus verder geflexibiliseerd (en hierop wordt bezuinigd), terwijl de uitgaven voor het onderwijs niet worden verhoogd. Groei per definitie, dus.

De nare consequentie van het model is, dat de beleidsvrijheid van de individuele lidstaten feitelijk dus ernstig is beperkt. De Nederlandse woningmarkt zal ingrijpend moeten worden hervormd. De gezondheidszorg ook. En een vijandige strijdmacht wordt verzocht na drie maanden de wapenen neer te leggen, want wij stoppen er dan mee. Het is te hopen dat het model echt werkt.