All Things Economic

Archive for maart, 2012|Monthly archive page

Potjescultuur

In Diversen on 11 maart 2012 at 02:03

De Nederlander bestaat niet, althans zo laten velen niet na om te betogen. De vraag is of dat zo is. Wij hebben grote moeite met het zicht op onze eigen geschiedenis, waardoor dit vaak aan buitenlanders wordt overgelaten. Voormalig premier Balkenende gooide het over de VOC-boeg en inderdaad zijn de Heren XVII nog steeds onder ons. Deze corporatistische mega instelling blijft de norm voor het voorspelbare verval van alles dat hier enige omvang krijgt.

Zes en een half duizend jaar geleden verdween vrij plotseling een bloeiende cultuur, namelijk die van de bandkeramiek, waarmee duizend jaar eerder in onze contreien de neolithische periode begon.
Opmerkelijk voor ons taalgebied is het grote gebruik van het woord pot. Dit gebruik steekt het gebruik van maritieme begrippen naar de kroon. En dat is wellicht geen toeval. Mogelijk zijn de wortels hiervan te herleiden tot deze zeer vroege cultuur. We moeten hierbij niet vergeten, dat de Noordwesthoek van Europa tot in de vroege Middeleeuwen onherbergzaam was en dat het stroomgebied van de maas prima grondstoffen voor de vervaardiging van keramiek leverde en levert. De cultuur van de bandkeramiek bleef mogelijk daarom juist in onze contreien bestaan (geheel Gallië? Nee, één dorpje…).

Ons land kent een overduidelijke potjescultuur. We hebben weinig geduld, want voor je het weet vind je de hond in de pot en al helemaal als het potje met vet op tafel is gezet. We vragen ons altijd af of ergens een potje voor is en hopen een potje te kunnen breken. Wij liegen in commissie en mocht dat niet zo zijn, dan verwijt de pot de ketel dat die zwart ziet. Wij hebben een hekel aan lieden die mee-eten uit de pot van Egypte. Iemand die naast de pot piest, zetten wij op de pot. Maken wij er zelf een potje van, dan zijn de doofpotten alom tegenwoordig. Iedereen wordt geacht te eten wat de pot schaft. En de slimmeriken onder ons hebben meerdere potjes op het vuur, terwijl de rest juist ergens een potje te vuur heeft staan. Zelfs bij exclamaties wordt “pot” gebruikt. Het zit er diep in.

Kijken we op deze wijze naar het bezielende leiderschap en de oproep tot visie, hervormingen en moderniseringen in ons land, dan moeten de lachstuipen toch ernstig worden onderdrukt. Het is dan ook niet vreemd dat onze premier kan opmerken dat de Nederlander een genetisch bepaalde weerstand heeft tegen een hoge staatsschuld en overheidstekort. Dat klinkt een stuk academischer dan: “wij houden niet van potverteren”.

Dus is het Grote Schuiven Met Potjes in volle gang. Het WW-potje werd de afgelopen jaren niet gevuld, omdat het zorgpotje voorrang moest krijgen. Het pensioenpotje bleek zo vet, dat hieruit al decennialang flink wordt gelepeld. Elk potje heeft soms één verantwoordelijke, maar vaak vele (potten en ketels). Zij proberen vooral het etiket “vleespot” aan een ander potje te hangen.

Hoe zorg je ervoor dat je deze neolithische praktijk overeind houdt in moderne tijden? Simpelweg door de academische wereld van deze potjes afhankelijk te maken en het potjesdenken zelf tot academisch niveau te verheffen. Zo krijgt de gewenste perceptie gestalte.

U dacht Latijn te lezen, maar u leest potjeslatijn.