All Things Economic

Archive for september, 2011|Monthly archive page

King Without A Crown

In Economie on 24 september 2011 at 06:55

Cash is King. De balansen van het grootbedrijf in de VS hebben sinds begin jaren ’80 van de vorige eeuw niet zo’n groot aandeel in liquide middelen laten zien, namelijk ruim 10% van de activa. Het betreft een bedrag van in totaal ruim $ 2.000 miljard. In Duitsland heeft Siemens geen idee waar het geld naar toe moet. Het komt veel sneller binnen dan het eruit gaat. De onderneming beschikt over $ 28 miljard aan liquide middelen.

Deze liquiditeiten leveren geen geld op. Het uitzetten van deze gelden bij banken is een lastige klus. Valt de bank om, dan is het geld weg. In de VS worden enorme bedragen gestald bij de Federal Reserve. De rentevergoeding is nihil, maar de gelden zijn gegarandeerd. Uiteraard met dank aan de belastingbetaler, tevens consument en tevens werknemer.

Het verhaal is schokkend. Deze grote ondernemingen zien dus nauwelijks investeringskansen. Ondertussen gaan de bezuinigingsprogramma’s gewoon door. Er is daarom sprake van massale desinvestering. Een bedrijf dat niet meer investeert, maar nog wel verkoopt genereert nu eenmaal veel cash. Omdat er desondanks sprake is van een krimp van de onderneming, dalen de koersen. Rich in cash, poor in opportunities.

De geldvoorraad is wereldwijd van ongekende omvang en groter dan ooit. Het concentreert zich in grote hoeveelheden bij grote entiteiten (grote ondernemingen en overheden). Ondertussen staat In het hele Westen de middenklasse en middenstand onder druk. Het aantal ontslagen (statistisch geflatteerd) neemt toe, terwijl de overheden een immer groter wordende (toekomstige) claim leggen op de belastingbetaler. Deze belastingbetaler is echter tevens consument en in deze rol laat hij het volledig afweten. Het geld mag dan zijn getransformeerd tot fliskapitaal, rollen doet het niet meer.

De geschiedenis heeft vele malen laten zien, dat de belastingbetaler er een keer mee stopt. De wetten van de Romeinse keizer Diocletianus leidden tot prefeodale verhoudingen en de Franse koning Lodewijk XVI eindigde op het schavot.

Als cash niet werkzaam is, als het geld niet rolt, is het niet meer dan een abstractie. Of, misschien nog wel gevaarlijker, een illusie.Het is een koning zonder kroon.

Jongetje

In Diversen on 21 september 2011 at 10:33

Im Westen nichts Neues.

In een rustige supermarkt in een buitenwijk  liepen twee groepen naar binnen. Een groep bestond uit blanke mannen van middelbare leeftijd en de andere groep uit gekleurde jongens van rond de 12 jaar. Er broeide iets, maar wat dat  was onduidelijk. Een van de blanke mannen riep tegen een van de jongetjes: “pak een mes en steek mij maar, daar liggen de messen!”. “Waar, waar”, riep het verwarde jongetje. En hij pakte een aardappelschilmes en liep daarmee richting de lachende blanke mannen.

Een blanke, blonde vrouw stond aan de kassa af te rekenen. Zij liep op het jongetje toe en nam hem het mes af. “Dit doe je niet!”, riep zij hem toe. Deze vrouw bleek afkomstig uit een ander land. De mannen lachten nog steeds. Het jongetje had tranen in zijn ogen. De groepen verlieten de winkel. De vrouw liep naar het radeloze jongetje toe. De tranen stonden in zijn ogen. “Ik vertel het aan mijn broer”, zei hij. “Die zal wraak nemen”. De mannen stonden verderop en lachten nog steeds.

De vrouw zei: “doe het niet, het helpt je niet. Je zult er vooral zelf last van krijgen”. Het jongetje zei dat hij nergens naar toe kon. Hij kon toch moeilijk naar de politie stappen. Die zouden hem nooit geloven. Een van de vriendjes zei: “Kijk, ze lachen je uit”

Deze gebeurtenis had plaats kunnen vinden in Bloemfontein, Hattiesburg (Mississipi) of een Parijse bidonville. Niets is minder waar. Het vond plaats in een van de meest welvarende Nederlandse voorsteden.

Het is geen nieuws.

 

The Crisis to end all Crises

In Politiek on 21 september 2011 at 00:00

In de twee decennia voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog veranderden de geopolitieke, economische en maatschappelijke verhoudingen ingrijpend. Een proces dat zich al langer en geleidelijker  in Groot Brittannië voltrok, vond in sneltreinvaart plaats in Duitsland en de VS en meer regionaal in Oostenrijk-Hongarije en Frankrijk: de trek van de plattelandsbevolking naar de steden. Voorheen pastorale samenlevingen werden geconfronteerd met de middelpuntvliedende kracht van de industrialisatie. Het leidde tot enorme migratiestromen binnen één generatie, zoals bijvoorbeeld de toestroom van Polen naar het Ruhrgebied. De bevolkingsgroei was fenomenaal, vooral omdat de gemiddelde levensverwachting toenam en de geboortesterfte snel daalde.

De hieruit voortvloeiende onzekerheden en spanningen (de vaders konden hun zonen niet meer tot voorbeeld zijn) moesten in banen worden geleid. De invloed van de religie begon af te nemen en meer anonieme verbonden waren in opkomst, zoals landelijke politieke partijen en vakbonden. Nieuwe organisatievormen dus. Het bedrijfsleven werd gekenmerkt door concentratie. Het was de periode van de vorming van zeer grote industriële ondernemingen en kartels. Overheden die historisch altijd relatief zwak waren geweest, zagen kans onder de vlag van nationalisme en patriottisme flink aan kracht te winnen. Deze les werd geleerd tijdens de Franse Revolutie. Dit leek aloude diplomatieke wetmatigheden te logenstraffen; wellicht kon men solo gaan in het concert der naties als de nationale wil maar sterk genoeg was.

De Eerste Wereldoorlog was dan ook het gevolg van een volledige diplomatieke “meltdown”. Voor het eerst in de moderne geschiedenis bleek de oorlog meer dan de voortzetting van de politiek met andere middelen. De socialisten, die zich altijd hadden verzet tegen het militarisme, voegden zich allerwegen in een oogwenk achter het hogere nationale belang. De oorlog werd lang gevreesd, maar toen hij eenmaal uitbrak was er enthousiasme. Het moest er eens van komen. Een frisse, vrolijke oorlog. Reinigend ook. Het werd de “War to End all Wars”. Oorlog is nog steeds onder ons. In de geschiedenis van de mensheid zijn nog nooit zoveel mensen door krijgshandelingen omgekomen als in de laatste honderd jaar.

Gaan we honderd jaar later dezelfde weg? Aangezien de geschiedenis zich toch niet herhaalt, hoeven we niet bevreesd te zijn voor een nieuwe Grote Oorlog. Daarnaast hebben we alles in de hand en zijn we veel slimmer dan onze overgrootvaders. Wij zijn verlicht en transparant. Wij westerlingen zijn niet nationalistisch en wij hebben het einde van de geschiedenis ontdekt. En we denken zeker niet in stereotypen en generalisaties. Helaas is de rest van de wereld nog niet zover.

In onze samenlevingen telt de economie. Is er ergens een ramp, dan drukken we dat eerst uit in geld en pas daarna tellen we de slachtoffers. Volledig gevangen in cijfers en modellen die vervolgens worden uitgewerkt in scenario’s. Ze lijken op de War Games (Kriegsspiele) die voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog door de  generale staven werden geperfectioneerd. De Maakbare Samenleving is vervangen door de Maakbare Macroeconomie, waarin alles samenkomt. De generale staven en politici voorzagen destijds niet de vernietigende werking van de moderne techniek. Daarnaast werd destijds gedacht dat het beslag op hulpbronnen zo groot zou zijn, dat een oorlog niet langer dan een half tot een heel jaar kon duren. En aldus werd gepland.

In onze tijd vindt ruim 70% van de financiële handel plaats zonder tussenkomst van de mens en dit percentage stijgt. De handel vindt in duizendsten van millisecondes plaats door supercomputers. De algoritmes waarop de computers handelen, zijn inmiddels zelflerend. Dit verklaart de soms zeer vreemde schommelingen. Economen en politici verkeren echter in de veronderstelling dat wij leven in een wereld waarin de financiële handel nog steeds wordt bepaald door mensen van vlees en bloed. Het wekken van vertrouwen doet er dus niet toe. Vertrouwen is emotie en een algoritme kent geen emoties.

De financiële markten zijn dus niet te sturen en te beïnvloeden. De emotie moet dus ergens anders naar toe; naar plekken waar wel mensen zitten. Diplomatie en politiek hebben geen nieuw antwoord op de spanningen die ontstaan. Alle inspanningen, hoe moeilijk ook,  zouden moeten gericht op de ontmanteling van de financiële wapenwedloop. We hebben het al moeilijk met de strijd tegen gewapende groepen zonder land, maar hoe ontwapen je de financiële markten? Geen tijd voor reflectie echter, de tijd voor handelen is daar.

Tijd dus voor een frisse, vrolijke crisis. Een goede crisis moet immer nooit worden verspild. Geen politieke meningsverschillen meer: we killen het monster van de staatsschuld! Een einde aan alle verspilling. Weg met alle misbruikers. Reinigend. Een keer goed slikken, verliezen nemen en na een jaar is de pijn geleden. En dat alles op eigen kracht.

The Crisis to End all Crises.

Oorlogskosten

In Economie on 11 september 2011 at 23:27

Er is iets vreemds aan de hand. Het Westen voert nu bijna tien jaar oorlog, een periode die bijna net zo lang is als de Vietnamoorlog vanaf het moment van escalatie (1964). De Vietnamoorlog droeg fors bij aan de oplopende inflatie in  de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Oorlogen kosten geld en zijn niet productief. De werking van oorlogen is inflatoir.

Niet alleen de oorlogen in Afghanistan, Irak en nu ook Libië kosten geld, maar ook de enorme veiligheidsindustrie legt een groot beslag op publieke én private middelen. Desondanks is het nagenoeg stil over de economische consequenties van al deze kosten. De financiële lasten van de oorlogen in Afghanistan en Irak bedragen alleen al voor de VS rond de € 2.500 miljard (€ 2.500.000.000.000). Toekomstige kosten, zoals invaliditeitsuitkeringen en dergelijke, zijn hierin niet meegenomen.

Wellicht is het feit, dat nauwelijks sprake lijkt te zijn van inflatie de oorzaak van de achterblijvende aandacht voor de destructieve werking van de oorlogskosten. Indien deze kosten uit de economische cijfers zouden worden gehaald, zou misschien wel blijken dat sprake is van deflatie sinds de dotcom-crisis. De Japanse ziekte is dan al jaren onder ons, zonder dat we het weten (of willen weten?). Vrijwel onbekend is voorts het effect van de financiële oorlogsvoering door de VS tegen Al Qa’ida, die overigens het gewenste effect lijkt te hebben bereikt. Welke concessies zijn  gedaan om de financiële wereld hierin mee te krijgen?

De betrokkenheid van de VS bij de Vietnamoorlog was voor een belangrijk gedeelte gebaseerd op de Dominotheorie. Zuid-Vietnam verloren, Indochina verloren, Azië verloren. Niets bleek minder waar. Ook Nederland heeft zo’n ervaring: Indië verloren, rampspoed geboren. De werkelijke rampspoed was natuurlijk de interventie zelf: voor de Indonesiërs en voor de Nederlandse militairen (en de schaarste die een paar jaar langer duurde dan nodig was). In beide gevallen was de belangrijkste drijfveer een van interne politiek. In de VS mocht Vietnam geen echt thema worden – tot het te laat was. En in Nederland moest een samenbindende activiteit worden bedacht in een verdeeld land met een omvangrijke jeugd, waarvoor te weinig werkgelegenheid werd voorzien.

Het geeft te denken over de werkelijkheid anno 2011. Tijd voor verandering.