All Things Economic

Archive for december, 2011|Monthly archive page

David en Nicolas: wapenbroeders

In Politiek on 12 december 2011 at 23:52

Dieu et mon droit. Aux armes!

Het is 1 maart 2013. Alle 27 lidstaten van de Europese Unie, inclusief het Verenigd Koninkrijk, hebben de Europese verdragswijziging getekend, zoals Duitsland wilde. Het Verenigd Koninkrijk heeft ondertussen besloten om samen met Israël en de VS militair in te grijpen in Iran. De gehele unie verkeert in een zware recessie en de begrotingstekorten kunnen maar met moeite binnen de nieuwe normen worden gehouden. Duitsland is mordicus tegen een militaire actie.

De Britse regering is woest. Men heeft een brief gehad van Olli Rehn, Eurocommissaris van Monetaire en Economische zaken, tevens begrotingstsaar. Deze vraagt opheldering over de wijze van financiering van de voorgenomen militaire actie, gezien de weerslag hiervan op de Britse begroting. Het Verenigd Koninkrijk blijkt zich geen grootschalige militaire operaties te kunnen veroorloven zonder het gewijzigde verdrag te schenden.

Deze hypothetische gebeurtenis is de ware reden voor de actie van Cameron en Sarkozy tijdens de top van 8 en 9 december. Het past Frankrijk ook prima: geen verdragswijziging en geen toezicht van de zijde van de Europese Unie. Het was waarschijnlijk even lastig om overeenstemming te krijgen over wie de boeman ging spelen en wellicht flikte Sarkozy Cameron hier toch nog een klein kunstje. Klein bier onder vrienden. Cameron en Sarkozy hebben een briljante machtspolitieke vertoning opgevoerd. Iedereen is erin getrapt, behalve Merkel. Maar zij wist ook wel dat zij de buit nooit binnen had kunnen halen. Zij wenste iedereen dus rustig glimlachend een fijn kerstfeest.

Het logische gevolg van een verdragswijziging zou een verdere integratie betekenen van andere instituten, zoals defensie. Frankrijk en het VK zullen nooit akkoord gaan met verdragen die hun recht en mogelijkheden beperken om ten strijde te trekken. Beide landen hebben een nucleaire strijdmacht en zijn permanente leden van de Veiligheidsraad. Een Europese strijdmacht zou er zelfs toe kunnen leiden, dat een Duitser aan het hoofd van Franse of Britse troepen komt te staan. Voordat dit ooit gebeurt, zullen de Britten hun Trident-raketten al hebben afgevuurd – op Berlijn.
De Britten blijven gewoon lid van de Europese Unie. Misschien worden we binnenkort nog verblijd met een Frans-Engelse militaire actie ergens in het Midden-Oosten. Tegen Syrië wellicht. Dan blijkt weer dat David en Nicolas zeer goede maatjes zijn.

Credit Crunch – Code Rood

In Politiek on 12 december 2011 at 17:19

Johan de Witt

Nu ook kredietbeoordelaar Moody’s de Eurozone de wacht heeft aangezegd, is een zogeheten credit crunch, een kredietverkrapping, nagenoeg een feit. De zorgen zijn groot: zo heeft bijvoorbeeld de European Banking Association (EBA) gemeld, dat door een vermindering van de kredietverlening door banken de economie verder onder druk zal komen te staan. De kapitaalvlucht uit Nederland is al begonnen. Kredietverkrapping en kapitaalvlucht zullen uiteindelijk leiden tot een stijging van de rente. Niet alleen wordt het dus moeilijker om krediet te verkrijgen, ook de prijs hiervan zal stijgen. Voor bedrijven en instellingen met veel “dode” bezittingen en activiteiten betekent het dat sanering onvermijdelijk is.

De Nederlandse overheid heeft voor honderden miljarden aan expliciete en impliciete garanties uitstaan. Van banken tot exportkredieten en van woningcorporaties tot regelingen voor het MKB, zodra de gegoedheid van de Staat wordt afgewaardeerd heeft dit voor al deze partijen directe consequenties. De risico’s verbonden aan de complexe institutionele verwevenheid komen nu naar boven. Deze verwevenheid is er mede om potentieel explosieve maatschappelijke problemen te beheersen. De gevolgen van het materialiseren van deze risico’s zijn voor Nederland in potentie desastreus.

In België kon de Staat bijna € 5 miljard ophalen bij haar eigen burgers en zo nog relatief gunstig lenen. Een dergelijk scenario is in Nederland ondenkbaar, vanwege de hoge collectieve besparingen, vooral bij pensioenfondsen. Deze zullen grote gedeeltes van hun vastrentende beleggingen verplaatsen naar landen die nog wel een AAA-rating hebben. Terwijl dus de rentelasten voor overheid en bedrijfsleven stijgen, nemen de rentebaten voor de pensioenfondsen niet toe. Dat bestuurlijk Nederland heeft vastgesteld dat onze maatschappij is verworden tot een “Low Trust Society” en dat op basis van die vaststelling in toenemende mate beleidsinstrumenten zijn ontwikkeld, draagt niet bij aan vertrouwen in mogelijk positieve oplossingsrichtingen.

Verder bezuinigen op de sociale zekerheid biedt nauwelijks soelaas, omdat hier de grote “winsten” al zijn gerealiseerd en de “opbrengsten” hiervan richting de zorg zijn verschoven – de collectieve lastendruk is immers onveranderd hoog. De belastingopbrengsten zijn onder druk komen te staan door de hoge pensioenpremies en de hoge aftrek van de hypotheekrente als gevolg van de inflatoire stijging van de huizenprijzen de laatste tien jaar, waarvoor de overheid met een restrictief RO-beleid directe verantwoordelijkheid draagt omdat zij zowel beleidsmaker als financieel belanghebbende is. Deze hoge huizenprijzen hebben weer hoge grondopbrengsten mogelijk gemaakt, waardoor gemeenten structureel meer geld gingen uitgeven. De afnemende bedrijfswinsten, de dalende consumptie en de afstempeling van pensioenrechten slaan nog een extra gat in de belastingopbrengsten. Huiseigenaren blijken de facto via de niet transparante grondexploitaties de overheid te hebben gefinancierd.

In tegenstelling tot België en Duitsland is Nederland over gecrediteerd. Nederland ervaart nu de negatieve effecten van de overmatige hefboomwerking bij Staat, instituties, bedrijven en burgers. Als het goed gaat, is de groei extra groot en als het slecht gaat is de krimp extra hevig. Over de “automatische stabilisatoren”, waarmee onze systeemdenkers altijd schermden, horen we niets meer. Minister Verhagen (CDA) meldt dat de seinen op donker oranje staan. Eigenlijk stelt hij: de treinen staan al stil, maar de controlekamer moet het nog even formaliseren.

Nu de (kunstmatig lage) werkloosheid dreigt te stijgen naar het niveau van vergelijkbare en minder aan hefboomwerking blootgestelde eurolanden als Duitsland, Finland en Oostenrijk, en velen -werkenden en niet-werkenden – in financiële problemen dreigen te komen, moeten moeilijke keuzes worden gemaakt. Maar hoe maak je keuzes binnen een systeem dat averechts blijkt te werken?

In antwoord daarop is bij de systeemdenkers een nieuwe term in zwang: “onder druk wordt alles vloeibaar”. Vrij vertaald betekent dit: wij hebben geen idee waar het heen moet, maar het past zich vanzelf aan. Laisser faire, laisser passer. Dat het uitoefenen van druk (hoeveel eigenlijk en door wie of wat uitgeoefend?) overmatig veel energie kan kosten, blijft buiten beschouwing. Ook blijft buiten beschouwing hoe en of de ontstane vloeibare substantie wordt opgevangen en geleid. En al helemaal buiten beschouwing blijft welke vaste vorm deze vloeibare substantie na het verdwijnen van de druk weer aanneemt.

De financiële en economische crisis kan in ons land gaan leiden tot een politieke en maatschappelijke crisis van ongekende omvang. Het hoeft niet zo te zijn en we mogen hopen dat het jaar 2012 geen reprise wordt van het Rampjaar 1672. Toen was het land reddeloos, het volk redeloos en de regering radeloos. Exogene factoren waren de vonk in een endogeen kruitvat. De les is er. Maar is hij ook geleerd?

Money’s too Tight to Mention

In Economie on 6 december 2011 at 16:09

Het financiële landschap is in hoog tempo aan het veranderen. Het lijkt een paradox dat de rente zeldzaam laag is en dat tegelijkertijd de beschikbaarheid daarvan steeds verder afneemt.

Vanaf het eind van de jaren ’80 vertoonde de rente een dalende trend. Lenen werd dus goedkoper. Tegelijkertijd daalde de inflatie. Bij een lage inflatie worden schulden “hard”. Schulden nemen immers in relatie tot de verdiensten nauwelijks af. Bij een hogere inflatie worden schulden “zacht”. Hieruit kan worden afgeleid, dat de lasten voortvloeiende uit een schuld gemiddeld genomen dezelfde zijn: bij een hoge inflatie (en hoge rente) gaat de verdiencapaciteit richting rentebetaling, terwijl bij een lage inflatie en lage rente de verdiencapaciteit richting aflossing gaat.

Dit is een simpele stelregel en zodoende zouden er nooit (grootschalige) schuldenproblemen hoeven te ontstaan. Er zijn echter problemen. De belangrijkste is de meting van de inflatie. Want hoewel de officiële inflatie de afgelopen 20 jaar fors is gedaald, is er sprake van een forse onevenwichtigheid. De lage inflatie is namelijk veroorzaakt niet door productieverbeteringen in de Westerse wereld, maar door het verplaatsen van productie naar lagelonenlanden. Terwijl dus de kosten van plaatselijke dienstverlening (zorg, horeca, et cetera) stegen met het tempo uit de jaren ’60 en ’70, werd compensatie gevonden in dalende prijzen van geïmporteerde consumptiegoederen. Per saldo werd dus een lage inflatie bereikt. Hoe minder ruimte in het inkomen voor deze goedkope consumptiegoederen, hoe hoger de gevoelde inflatie.

Omdat lonen gekoppeld worden aan inflatie kon de koopkracht in de jaren ’80 aanvankelijk hard stijgen. In de jaren ’60 en ’70 stegen de lonen immers op basis van een hogere inflatie. De grote meerderheid van de werknemers behield tijdens de recessie van de jaren ’80 baan en inkomen. Het leger werklozen, als gevolg van productieverplaatsingen, werd voor een groot deel in relatief royale regelingen ondergebracht. De productieverplaatsingen zorgden al snel voor aanzienlijk goedkopere consumptiegoederen. Toen de koopkracht begon af te zwakken, werd lenen aanmerkelijk goedkoper en gemakkelijker. De kredietverruiming aan bedrijven (gearing) en particulieren was aanzienlijk groter dan de groei van productie en inkomen. Omdat de kredietverlening plaatsvindt tegen het verstrekken van zekerheden, namen bedrijfs- en vastgoedwaarderingen snel toe. Dit wordt ook wel asset price inflation genoemd: de hoeveelheid geld neemt toe, maar de hoeveelheid bezittingen niet, waardoor de waarde van de bezittingen stijgt. Het is dus imperfecte marktwerking.

De opkomende markten begonnen dus eindproducten te fabriceren in plaats van het delven van grondstoffen, waardoor een fundamenteel probleem bleef bestaan, namelijk dat van een negatieve handelsbalans. De handelsbalansen van de VS en de EU zijn al decennialang negatief. Ook hier was in het begin nog geen probleem, omdat de opkomende landen instabiel waren. Geen middenklasse, corruptie en hier en daar een oorlog, het bood mogelijkheden om deze landen op krediet te betalen en ditzelfde geld weer terug te halen door de levering van oorlogstuig of een saneringsregeling bij de zoveelste sociaaleconomische crisis.

Dat nu is het afgelopen decennium radicaal veranderd. Zeker in het Verre Oosten zijn stabiele maatschappijen ontstaan met afnemende corruptie, een groeiende middenklasse en de afwezigheid van militaire conflicten (hoewel niet de afwezigheid van de dreiging daarvan). De hoeveelheid dollars en euro’s aldaar is snel geaccumuleerd. Nu het Verre Oosten in hoog tempo zelf goederen gaat consumeren die het ook nog zelf vervaardigt, zullen de prijzen hiervan in het Westen gaan stijgen.

De consequentie hiervan is, dat de inflatie in het Westen verder op zal lopen. Deze inflatie uit zich nu al in een verkrapping van de kredietverlening. Inderdaad, de afwaarderingen op het onroerend goed en de bedrijfswaarderingen worden niet meegeteld in de inflatieberekeningen en vallen daarom niet op. Maar juist hierin is de koopkrachtfictie gaan zitten. Er is namelijk op grote schaal geleend tegen de verwachte waardestijging van vastgoed en toekomstige bedrijfswaarde. Zo kan het vreemde effect optreden dat het geld goedkoop en tegelijkertijd slechts moeizaam verkrijgbaar is. Zonder ingrijpende acties sukkelt dit effect nog jaren door en zal het leiden tot zeer onevenwichtige vermogens- en inkomensoverdrachten.

De schulden zijn te hoog. Het probleem is, dat schuldeisers preferent zijn boven alle andere maatschappelijk belanghebbenden. Deze zekerheid zou zorgen voor efficiënte financiële markten. Maar die markten blijken helemaal niet efficiënt te zijn. Zowel beprijzing als allocatie zijn volledig gederailleerd. Daarnaast is het de vraag waartoe deze vermeende financiële stabiliteit dient, indien tientallen en tientallen miljoenen afzakken tot het bestaansminimum of daaronder met alle ingrijpende politieke en maatschappelijke gevolgen van dien.

Er is een acute noodtoestand. Dit rechtvaardigt een onmiddellijke afwaardering van alle schulden met minimaal 30%. De schok op de financiële markten is binnen een paar jaar vergeten. Oorlogen daarentegen trekken littekens die generaties lang zichtbaar blijven.

Carolusobligaties

In Economie on 4 december 2011 at 14:44

Speculaties alom met betrekking tot de allesbepalende Eurotop van 8 en 9 december. Dat er iets te gebeuren staat, zoveel is wel duidelijk. Dat nog vele toppen zullen volgen is ook zeker.
De belangrijkste toespraak was die van de Poolse minister van buitenlandse zaken Sikorski. Hij vroeg om Duits leiderschap en sprak zijn vrees uit – niet voor Duitse tanks, maar voor Duitse lijdzaamheid. Hiermee verlenen de Polen Duitsland rugdekking en is de Engelse sabotagepolitiek mislukt.

De tweede belangrijke toespraak was die van Sarkozy. Uiteraard beschimpt en bespot, maar toch. Ten overstaan van het ganse volk deelde hij mede, dat Frankrijk onderdelen van haar soevereiniteit zal moeten afstaan. Voorlopig houdt hij nog vast aan het Europa van de Vaderlanden, maar dat hoeft een historische wending niet in de weg te staan.

Die Eiserne Kanzlerin Merkel heeft gemeld, dat euro-obligaties “op dit moment” niet aan de orde zijn. Zij sluit deze dus niet uit, maar voorlopig zet men onverminderd in op het EFSF. Ook hier liggen dus allerlei opties open.

In 840 overleed Karel de Vrome, zoon van Karel de Grote (Carolus Magnus), en werd het Frankische Rijk verdeeld onder diens zonen. De zogeheten Karolingische Renaissance had ongeveer 70 jaar geduurd, waarbij de laatste 15 jaar in het teken stonden van conflicten rond de eenheid van het rijk. Uit de deling ontstonden het latere Frankrijk en Duitsland en een rijk van het midden onder Lotharius. Dit rijk liep van Friesland tot Rome. De verdeling vond plaats in 843 te Verdun, dezelfde plaats waar in 1916 meer dan één miljoen Duitsers en Fransen sneuvelden. Toen in 1958 de Europese Gemeenschap werd opgericht, was de territoriale overeenkomst met het Frankische Rijk treffend, hetgeen destijds ook goed werd beseft. De drie bestuurscentra (Brussel, Luxemburg en Straatsburg) liggen alle in het voormalige rijk van het midden.

De symboliek is duidelijk en de oplossing voor de huidige potentiële scheuring ligt voor de hand. Duitsland kan Europa niet alleen aanvoeren. Ook niet als kleinere landen als Nederland, Oostenrijk en Finland zich zouden aansluiten. Een inniger samenwerking met Frankrijk verandert echter alles. Het gaat dan om de vorming van een fiscale unie, die zal volgen uit een apart verdragenstelsel – mogelijk dus multilateraal. De deelnemers aan deze fiscale unie zullen gezamenlijk staatsobligaties kunnen uitgeven. Een voorwaarde kan zijn dat men minimaal een AA-status heeft. De oprichters kunnen zich nu, uitgezonderd België, verheugen in een AAA-status. Dit gebied heeft dan een nationaal inkomen van ruim € 5.500 miljard, ongeveer gelijk aan dat van China.
Een goede naam voor dit verdragsgebied is de Caroluszone, omdat het wederom nagenoeg het territorium van het Frankische Rijk omvat. Deze Caroluszone zal vervolgens het EFSF kunnen vullen én het IMF voorzien van het noodzakelijke kapitaal en daarmee deelname voor niet-Europese landen een stuk interessanter maken. Waarschijnlijk zal de vrijkomende vuurkracht vooral worden gericht op Italië en Spanje met als doel deze landen binnen vijf jaar klaar te maken voor toetreding tot de Caroluszone.

Merkel heeft het juist gezegd. Er komen geen euro-obligaties, nu nog niet. Eerst komen de Carolusobligaties. Het front wordt gestabiliseerd, maar de oorlog gaat door. Van too Big to Bail (landen) naar too Big to Fail (banken). Naar analogie van het Frankische Rijk is dit de strijd tegen de furie der Noormannen. Hier ligt nog een grote uitdaging.