All Things Economic

Archive for the ‘Diversen’ Category

VERDUN

In Diversen on 21 februari 2016 at 23:31

Erich von Falkenhayn

 

“The question of what, in fact, all that agony was about would not down. Started in an accident, it was simply running upon its own momentum; the peoples were continuing to fight because their ideas and their institutions had provided them with no means of stopping.[1]”

Honderd jaar geleden barstte de strijd rond Verdun los. Verdun is het zinnebeeld van de waanzin van de oorlog. Honderdduizenden sneuvelden en een nog groter aantal raakte ernstig gewond. Het totale complex aan gevechten, dat duurde van 21 februari tot 19 december 1916, vond plaats in een gebied  van 250 vierkante kilometer en zag de inzet van driekwart van het Franse leger en de helft het Duitse leger in het westen.

Het offensief bij Verdun was bedacht door Erich von Falkenhayn, de chef van de Duitse generale staf. Over von Falkenhayn zijn weinig lovende woorden geschreven, enerzijds wegens zijn verachting voor verliezen en anderzijds wegens een vermeend gebrek aan competentie. Het eerste is zeker juist, maar dat gold helaas voor de meeste legerleiders van zijn tijd. Het tweede is onjuist.

Als minister van oorlog en chef staf schreef von Falkenhayn reeds in november 1914, dat Duitsland de oorlog niet met militaire middelen alleen zou kunnen winnen: de Entente beschikte eenvoudigweg over een te groot overwicht. Hij zag een compromisvrede met Rusland als de meest veelbelovende uitweg. Politiek bleek dit niet haalbaar, omdat Duitsland juist vanwege Rusland in de oorlog verzeild was geraakt en het Duitse volk een vrede zonder overwinning maar moeilijk zou hebben kunnen begrijpen, als het al zou zijn gelukt om tot vrede te komen.

Daarom koos von Falkenhayn in 1915 voor een afmattingsstrategie. Hij vormde een flinke reserve, waardoor de generaals aan het front nooit voldoende troepen hadden om teveel in offensieve acties op te offeren. Dit afknijpen was vooral van belang aan het oostelijk front, waar de generaals Hindenburg en Ludendorff plannen ontwikkelden voor enorme omsingelingsslagen. Deze plannen gingen naar het oordeel van von Falkenhayn de kracht van het Duitse leger ver te boven.

Aan het westelijke front bleek de defensieve opstelling zeer succesvol, want in de Champagne leden de Fransen in 1915 grote verliezen, terwijl de Britten nog aarzelden met de opbouw van een leger van enige omvang van belang. Dit tot leidde tot grote irritatie bij de Fransen, waar oorlogsmoeheid zijn intrede begon te doen.

In het oosten werd in het voorjaar van 1915 tussen Gorlice en Tarnow met relatief beperkte middelen (maar met een enorme concentratie aan zware artillerie) door Duitsers en Oostenrijkers een grote doorbraak bereikt, waardoor de Russen eind 1915 uit Polen en Galicië waren verdreven. De Russische verliezen bedroegen in 1915 circa drie miljoen man. Dat Falkenhayn goed had gezien, dat er geen eind kwam aan de hulpbronnen van de Entente bleek wel uit het feit, dat het Russische leger ondanks deze enorme verliezen aan het eind van 1915 niet kleiner was dan aan het begin van dat jaar. Wat hij minder naar waarde schatte was, dat de aangeslagen, maar zeker niet verslagen Russen de oorlog voortzetten.

Het jaar 1915 had de Centralen een groot aantal tactische overwinningen gebracht, maar strategisch was de situatie slechts beperkt verbeterd. Een belangrijke rol in de overwegingen van Falkenhayn over de koers voor 1916 speelde de overschakeling van Groot-Brittannië naar het concept van totale oorlog.

De Britse strategie was tot dan toe niet erg succesvol geweest. De uitspraak van minister van buitenlandse zaken Grey in augustus 1914, dat het niet zoveel uitmaakte of de Britten wel of niet deel zouden nemen aan de oorlog – een uitspraak die vooral betrekking had op de Britse economie -, was lange tijd leidend. De blokkade was niet erg effectief, het Britse leger aan het westfront was relatief klein en alleen Italië was geworven voor de Entente en dan nog alleen tegen Oostenrijk. De lasten van de oorlog werden zoveel mogelijk afgewenteld op de koloniën en de bondgenoten. Na het echec van Gallipoli, dat Turkije had moeten doen capituleren en Rusland had moeten ontlasten, moest de Britse oorlogsinspanning drastisch worden verhoogd.

Dit kon alleen door het invoeren van de dienstplicht, het negeren van de rechten van neutralen, het aantrekken van miljardenleningen in de VS en het centraliseren van de oorlogsproductie. Om deze inspanningen in de Engelstalige wereld (de publieke opinie in de VS werd maximaal bespeeld) te kunnen verkopen, werd het propaganda-instrument ten volle ingezet: 1915 zag de wedergeboorte van de Hun. Het hele Duitse volk werd gedegradeerd tot een bloeddorstige massa, die ten koste van alles moest worden gestopt, zoals vijftienhonderd jaar eerder de Hun Atilla bij Chalons werd gestopt door de Romein Aetius.

Von Falkenhayn oordeelde, dat in 1916 een beslissing moest worden geforceerd: hij was zich ten volle bewust van de wending in Londen. Het Franse zwaard moest dus zo snel mogelijk uit de Engelse vuist worden geslagen. Zijn positie was moeilijk wegens de machinaties van Hindenburg en Ludendorff in het oosten en zijn niet al te beste verhouding met de Rijkskanselier. Wilde het Duitse leger een doorbraak forceren in het westen, dan was de tijd krap. Het moest gebeuren voordat de Britten “Kitchener’s Army” volledig zouden hebben ontplooid en voordat von Falkenhayn gedwongen zou worden de beschikbare reserves af te staan aan Hindenburg en Ludendorff.

En zo poogde von Falkenhayn het succesvolle offensief van Gorlice-Tarnow te dupliceren. Hij ging er vanuit, dat de Fransen niet zulke grote verliezen zouden kunnen dragen als de Russen een half jaar eerder. Een geconcentreerde en tactisch vernieuwende actie langs een beperkt, maar strategisch en psychologisch belangrijk deel van het front zou voor de Fransen buigen of breken betekenen.

Von Falkenhayn bleek echter te zuinig in het toedelen van de reserves. De aanval werd te smal ingezet en met veel te weinig roulatie onder de troepen. De zeer succesvolle opening van het offensief liep daarom al snel vast. Niet vanwege Franse weerstand, maar door uitputting van de Duitse troepen. De Fransen herstelden zich en konden de maanden daarna, mede wegens de toestroom aan Britse troepen in het noordwesten, de verliezen dragen.

De slag zou zich bijna een jaar voortslepen in al zijn gruwelijkheid. Het jaar begon met Verdun en eindigde met Verdun. Aan het einde van 1916 was de oorlog een totale oorlog geworden.

[1] Walter Millis, 1935, “Road to War, America 1914-1917”

Nigel Farage Beating Back the Huns

In Diversen on 13 november 2014 at 00:22

ukip

So here we have it. Had Nigel Farage been at the helm in November 1918, there would have been no armistice. Instead, he would have sent the British Army marching all the way to Berlin, crushing the German Army in, maybe, a month and a half. Home by Christmas. He would have gladly sacrificed some 100,000 of his countrymen (and others from around the globe), as his supreme vision of future events would by definition have proven him right. A small price to pay to the betterment of all mankind.

A man with a plan.

Nigel, of course, actually doesn’t live in days long gone. Here’s a Nigel who is making plans himself, contrary to his namesake from the 1980’s song, for whom plans were made by others. Nigel is a politician, and one with a mission at that. Once more, Britain is under threat from a continental power. And, finally, the evil genius behind it has been identified. For the third time in 100 years Germany is bidding for continental power.

Now is the time to again thwart this drive for dominance by the Huns. Dark forces are at work in Berlin. In fact, 25 years after the fall of the Berlin Wall, 75 years after the start of World War II and 100 years after the start of World War I, Prussia is back with a vengeance. Fortunately, the reborn Teutonic Empire seems without allies. Discontent appears rampant across Europe.

This provides Nigel with a rallying cause. While not having a clue as how to deal with Britain’s enormous internal problems, fortunately there is yet again an imminent threat from a long standing adversary. And again there are allies to be had. Potential allies with which the UK has got nothing in common, except for fighting a common enemy, so truly the hallmark of British diplomacy.

To Nigel Farage, utter destruction of the Huns cannot come at too high a price. We may still be thankful for the Anglo-Japanese alliance, rendering swathes of China and vast stretches of the Pacific to the Japanese Empire. Or for the alliance with the Russian Empire, a true boost to democracy and to the betterment of the peoples in Eastern Europe. Or for the utter fragmentation of the Middle-East and, last but not least, the building of all those nation states in Europe, so promising at first and eventually dismally frustrated by that unholy experiment known as the European Union.

Who do you think you are kidding, Mr. Farage?

100.000 ton diplomatie…

In Diversen on 3 maart 2014 at 00:07

040621-N-6536T-062

Tussen december 1907 en februari 1909 voer de zogeheten Grote Witte Vloot de wereld rond. Het was een Amerikaanse vloot, waarvan de kern bestond uit zestien witgeverfde slagschepen. Dit was Theodore Roosevelts Big Stick. Een grote knuppel, maar niet de grootste van zijn tijd. Dat is nu wel anders.

Enige dagen geleden is de Amerikaanse Zesde Vloot versterkt met het nucleaire vliegdekschip George H.W. Bush. Het is laatste exemplaar uit de zogeheten Nimitz klasse. Aan boord bevinden zich 90 gevechtsvliegtuigen en helikopters.  Hiermee is de Zesde Vloot op volledige sterkte voor welke operatie dan ook in de Middellandse of Zwarte Zee. De Zesde Vloot kan ondersteuning verkrijgen van de in de Arabische Zee gestationeerde Vijfde Vloot, die eveneens volledig op sterkte is.

In 2008 moesten de Russen halt houden in Georgië, nadat president Bush jr. had gedreigd met een no-fly zone. Bepaald geen loos dreigement.  En, hoewel onuitgesproken, waarschijnlijk de belangrijkste strategische diplomatieke druk dezer dagen, namelijk ruim 100.000 ton waterverplaatsing.

… en Infiltratietechnieken…

De Russen gebruikten tijdens het Brusilov offensief van 1916 voor het eerst infiltratietechnieken. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werden deze verder geperfectioneerd. Het betreft het laten doorsijpelen in vijandelijk gebied van individuele soldaten en kleine eenheden tot ver achter de frontlijn. Het is een effectieve techniek om een dun bezette frontlijn te doorbreken of om een minder goed georganiseerde tegenstander te destabiliseren. Het is een tactiek met strategische implicaties.

Een tijdlang blijft onduidelijk wat gaande is. Tegen de tijd dat de duidelijkheid ontstaat, is het te laat. Sleutelposities zijn al ingenomen en aanvoerlijnen afgesneden. Een nieuwe situatie is ontstaan en deze is alleen met groter geweld te keren.

… leiden tot een kat-en-muis spel

Zo’n 100.000 ton diplomatie (of een veelvoud daarvan) voorkomt zeker een grootschalig militair conflict. Maar we zullen in de toekomst meer merken van de Russische infiltratietechnieken, want de grenzen van de voormalige Sovjetrepublieken zijn zeer permeabel.

Don’t Mention The Wars

In Diversen on 10 april 2013 at 01:03

 

320px-Ur-Nassiriyah.jpg

 

Een nogal brisant geheim rapport van het Griekse Ministerie van Financiën ligt op straat. De Grieken leden in de Tweede Wereldoorlog een schade gelijk aan het BNP van een jaar, vergelijkbaar met de door Nederland geleden oorlogsschade. Daarnaast wordt ook nog de schade meegerekend van de Griekse deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Hieraan nam Griekenland overigens deel na een overtuigend bombardement van de Britse marine. De kosten gingen vooral zitten in het onderhouden van het grootste vrijwillige krijgsgevangenenkamp uit de geschiedenis, bestaande uit 250.000  geallieerde troepen in Thessaloníki.

Hoogste tijd dus voor de Duitsers om een rekening te betalen die de Griekse staatsschuld tot nagenoeg nihil zou reduceren. Misschien is het een goed idee, dat de Grieken rond de tafel gaan zitten met alle andere voormalige bezette landen, inclusief Rusland, om een gezamenlijke actie tegen Duitsland te voeren. Duitsland mag dan hopen op aanhoudend goede exportcijfers naar China tot ver in de 22ste eeuw.

Vervolgens kan dan ook nog door vrijwel geheel Europa, inclusief Duitsland, een gezamenlijke actie op touw worden gezet tegen Frankrijk. Er valt namelijk nog wel een rekening of twee te vereffenen voor de onbeschrijfelijke plundertochten van Napoleon.

Overigens valt er voor de voormalige landen uit het Oostblok nog wel wat te claimen bij Rusland.

Nederland mag voorts van enkele werelddelen nog wat nota’s tegemoet zien voor mensenhandel en monopolistische concurrentie met volkenrechtelijk dubieuze inzet van militaire middelen. Het mooie is, dat deze nota’s in het niet zullen vallen bij de verwachte opbrengst van de grootste claim van allemaal: de kans is namelijk groot dat New York ten onrechte in Britse handen is geraakt. Een gedeelte van de opbrengst moet dan waarschijnlijk worden afgestaan aan nazaten van de destijds benadeelde indianen. De VS hebben gelukkig dit aantal nazaten tot een absoluut minimum weten te beperken. Wellicht is hier een kleine fee op zijn plaats.

Met de huidige stand van de technologie zou het mogelijk moeten zijn om een jaar of zevenduizend terug te gaan in de tijd naar de eerste nederzetting aan de Tigris om vervolgens de optimale ontwikkeling van de mensheid te plotten. We kunnen dan overgaan tot de definitieve afwikkeling van alle geschilpunten.

Eeuwige Onrust

In Diversen on 9 juli 2012 at 00:54

 

 

Met het aanbreken van de vakantieperiode gaan honderdduizenden weer op weg naar het zuiden. Zij doorkruisen, zonder zich daarvan nog bewust te zijn, de grote slagvelden van Europa. De borden langs de weg worden met grote snelheid gepasseerd.

In Reims herdachten onlangs Merkel en Hollande het vijftigjarige bestaan van de Frans-Duitse vriendschap. Zij deden dit voor de kathedraal van Reims, waar ruim 1.500 jaar geleden een kleine basiliek stond waarin de eerste Frankische koning Clovis (Chlodovech) werd gedoopt door bisschop Remigius. Deze bisschop behoorde tot de Gallo-Romaanse adel en zo gingen Gallo-Romanen en Frankische Germanen op in het nieuwe Frankische Rijk. Niet lang daarna viel het uiteen, om 300 jaar later nog eenmaal herenigd te worden onder de Frankische keizer Karel de Grote.

De avond voorafgaand aan de herdenking werden ongeveer veertig kilometer verderop ongeveer veertig Duitse oorlogsgraven uit de Eerste Wereldoorlog vernield. Het betrof graven van de 18de infanteriedivisie, die daar gelegerd was in 1915 en 1916. De soldaten uit deze divisie waren afkomstig uit Sleeswijk-Holstein, destijds een onderdeel van het Koninkrijk Pruisen. Harde gevechten werden onder andere geleverd rond het nabijgelegen gehucht Souain.

Het ruige gebied rond Souain werd in de herfst van 1915 door de Fransen op de Duitsers heroverd, waardoor een omgewoeld gebied inclusief loopgraven beschikbaar kwam om het eerste Franse prototype van een tank te testen. De test vond in januari 1916 plaats met een tractor voorzien van boilerplaten en het bleek een succes. Vijfentwintig jaar later kwamen de tanks van de andere kant.

Reims ligt in de euroregio Champagne-Ardenne, waar het inkomen ongeveer 2% onder het Europees gemiddelde ligt. Het is een van de meer welvarende regio’s in Frankrijk, maar tien jaar geleden lag het inkomen nog meer dan 10% boven het Europese gemiddelde. Met uitzondering van Luxemburg voltrekt zich bij alle oprichters van de huidige Unie dit proces van relatieve daling. Vreemdelingenhaat kan dan ondergronds gaan.

In 1962 waren het De Gaulle en Adenauer die elkaar in de armen vielen. Het Karolingische project bleek een succes en dat was misschien niet zo vreemd, met een Fransman die geboren werd in Rijsel (Lille) en een Duitser die geboren werd in Keulen.  Adenauer zag als burgemeester van Keulen in 1918 dagenlang een verslagen leger ordelijk over de Rijnbruggen trekken. Vijfentwintig jaar later was de orde weg en stond alleen nog de Dom overeind. De Gaulle kende datzelfde Duitsland als krijgsgevangene in Ingolstadt. Vijfentwintig jaar later en niet ver van Rijsel waren zijn superieure tanks niet in staat de Duitse tankmacht te breken.

Nu, in 2012, ligt het allemaal wat verder uit elkaar. Hollande is geboren in Rouen (Normandië) en Merkel in Hamburg, maar opgegroeid in de DDR – voormalig Pruisisch gebied. Europa is dan ook een stuk groter geworden en het blijft een zeer bijzonder project. Het project is zo bijzonder, dat een premier van een middelgroot land weet te melden dat Europese conflicten nu echt verleden tijd zijn.

Wij rijden zonder grenscontroles naar het zuiden en verkopen onze tanks (of proberen dat althans). Maar de wolf staat altijd voor de deur. Zelfs na honderd jaar is het jonge mannen, die weggerukt werden uit hun leven aan de Oostzeekust om vervolgens ver van huis te sneuvelen, niet gegeven rust te krijgen.  

Ontmoetingen op de slagvelden van weleer zijn belast met het verleden en blijven bepalend voor onze toekomst. 

Potjescultuur

In Diversen on 11 maart 2012 at 02:03

De Nederlander bestaat niet, althans zo laten velen niet na om te betogen. De vraag is of dat zo is. Wij hebben grote moeite met het zicht op onze eigen geschiedenis, waardoor dit vaak aan buitenlanders wordt overgelaten. Voormalig premier Balkenende gooide het over de VOC-boeg en inderdaad zijn de Heren XVII nog steeds onder ons. Deze corporatistische mega instelling blijft de norm voor het voorspelbare verval van alles dat hier enige omvang krijgt.

Zes en een half duizend jaar geleden verdween vrij plotseling een bloeiende cultuur, namelijk die van de bandkeramiek, waarmee duizend jaar eerder in onze contreien de neolithische periode begon.
Opmerkelijk voor ons taalgebied is het grote gebruik van het woord pot. Dit gebruik steekt het gebruik van maritieme begrippen naar de kroon. En dat is wellicht geen toeval. Mogelijk zijn de wortels hiervan te herleiden tot deze zeer vroege cultuur. We moeten hierbij niet vergeten, dat de Noordwesthoek van Europa tot in de vroege Middeleeuwen onherbergzaam was en dat het stroomgebied van de maas prima grondstoffen voor de vervaardiging van keramiek leverde en levert. De cultuur van de bandkeramiek bleef mogelijk daarom juist in onze contreien bestaan (geheel Gallië? Nee, één dorpje…).

Ons land kent een overduidelijke potjescultuur. We hebben weinig geduld, want voor je het weet vind je de hond in de pot en al helemaal als het potje met vet op tafel is gezet. We vragen ons altijd af of ergens een potje voor is en hopen een potje te kunnen breken. Wij liegen in commissie en mocht dat niet zo zijn, dan verwijt de pot de ketel dat die zwart ziet. Wij hebben een hekel aan lieden die mee-eten uit de pot van Egypte. Iemand die naast de pot piest, zetten wij op de pot. Maken wij er zelf een potje van, dan zijn de doofpotten alom tegenwoordig. Iedereen wordt geacht te eten wat de pot schaft. En de slimmeriken onder ons hebben meerdere potjes op het vuur, terwijl de rest juist ergens een potje te vuur heeft staan. Zelfs bij exclamaties wordt “pot” gebruikt. Het zit er diep in.

Kijken we op deze wijze naar het bezielende leiderschap en de oproep tot visie, hervormingen en moderniseringen in ons land, dan moeten de lachstuipen toch ernstig worden onderdrukt. Het is dan ook niet vreemd dat onze premier kan opmerken dat de Nederlander een genetisch bepaalde weerstand heeft tegen een hoge staatsschuld en overheidstekort. Dat klinkt een stuk academischer dan: “wij houden niet van potverteren”.

Dus is het Grote Schuiven Met Potjes in volle gang. Het WW-potje werd de afgelopen jaren niet gevuld, omdat het zorgpotje voorrang moest krijgen. Het pensioenpotje bleek zo vet, dat hieruit al decennialang flink wordt gelepeld. Elk potje heeft soms één verantwoordelijke, maar vaak vele (potten en ketels). Zij proberen vooral het etiket “vleespot” aan een ander potje te hangen.

Hoe zorg je ervoor dat je deze neolithische praktijk overeind houdt in moderne tijden? Simpelweg door de academische wereld van deze potjes afhankelijk te maken en het potjesdenken zelf tot academisch niveau te verheffen. Zo krijgt de gewenste perceptie gestalte.

U dacht Latijn te lezen, maar u leest potjeslatijn.

Schuld

In Diversen on 19 januari 2012 at 01:04

Het woord schuld stamt uit het Proto-Germaans (skul). Het betekende oorspronkelijk “moeten” of “verplichting”. Ook het werkwoord “zullen” stamt hiervan af (namelijk een nog te verrichten verplichting).

Schuld is nauw verbonden met zonde. Het begaan van een zonde betreft het overtreden van een goddelijke wet. Voor de kerstening betrof zonde een rechtsbegrip, namelijk het schuldig zijn aan een daad, mogelijk de overtreding van een absolute waarheid.

Sommige wetenschappers nemen aan, dat schulden in de oudheid van tijd tot tijd werden kwijtgescholden. Het Nieuwe Testament benadrukt de vergeving van schulden (de Romeinen zagen namelijk zelden van schuldvorderingen af). Omdat een directe relatie bestond tussen religie, heerser en handel (gereguleerde markten, vaak in en rond tempels), valt het punt te maken dat het vergeven van schulden ook geldschulden betreft. Overigens was het gedeelte van de bevolking dat vrij was gering: het merendeel betrof slaven en onvrijen, die geen bezit en dus geen schulden hadden. De meesten waren bezit evenals hun kinderen en kindskinderen. Ze hadden dus een lijfschuld.

De mens is een groepsdier. Als eenling is de mens uitzonderlijk kwetsbaar. De groep maakt de mens als soort succesvol. Met de ontdekking van de landbouw ontstonden complexere samenlevingen, omdat eigendomsverhoudingen en zaken op langere termijn moesten worden geregeld. Hierdoor moesten structuren worden ontwikkeld die het onmiddellijke belang van individuen en generaties overstegen. Het oprichten van deze structuren voltrok zich gewapenderhand. Het waren dus de krijgers die bezit (in essentie grond) verwierven. Binnen het territorium van de gemeenschap werd de wijze van bezitsverdeling vastgelegd in goddelijke wetten, waarbij de heerser zelf goddelijk was of door God werd gelegitimeerd.

Geboden en verboden, plichten en rechten; ze zijn met ons vooral sinds de landbouwrevolutie, nu zo’n 7.000 jaar geleden. Het merendeel van de mensheid leeft sindsdien in verschillende gradaties van horigheid, omdat men niet meer in te brengen heeft dan arbeid en aan arbeiders is zelden gebrek – en er is geen verschil tussen handjes en hersens. Gij zult arbeiden in het zweet uws aanschijns. Pas na gedane arbeid vindt men rust. Het recht geldt dus pas aan het eind van de dag. Geboden, verboden en plichten gaan hieraan vooraf.

In onze moderne samenlevingen lijkt het alsof de horigheid verdwenen is. De invloed van de kerk is sterk geslonken en absolute heersers kennen we niet meer. We hebben democratieën, die de soevereine wil van het volk tot uiting brengen. Heel even dachten we dat er onvervreemdbare rechten waren. We bleken echter bevestigend te hebben geantwoord op de vraag: Wollt Ihr die totale Schuld?

We zijn nu zover dat in het beschaafde Europa van vandaag miljoenen mensen leven die te weinig te eten hebben, verstoken zijn van zorg en geen onderdak hebben. Velen hadden dat voorheen wel en zij hadden vaak ook bezit. De Europese belofte maakt schuld zou je zeggen, maar omdat men in een democratie per definitie zijn eigen belofte creëert, draagt men de schuld ook zelf. Een lijfschuld.

De armlastigen arbeiden niet. En als ze al arbeiden, zijn ze niet productief genoeg. Zij zullen niet voldoende en zijn dus schuldig. Uiteraard gelijk voor de wet, maar niet gelijkwaardig. De enige grondwet is een oeroude wet – een goddelijke wet – en deze blijkt springlevend.

Zonde.

Jongetje

In Diversen on 21 september 2011 at 10:33

Im Westen nichts Neues.

In een rustige supermarkt in een buitenwijk  liepen twee groepen naar binnen. Een groep bestond uit blanke mannen van middelbare leeftijd en de andere groep uit gekleurde jongens van rond de 12 jaar. Er broeide iets, maar wat dat  was onduidelijk. Een van de blanke mannen riep tegen een van de jongetjes: “pak een mes en steek mij maar, daar liggen de messen!”. “Waar, waar”, riep het verwarde jongetje. En hij pakte een aardappelschilmes en liep daarmee richting de lachende blanke mannen.

Een blanke, blonde vrouw stond aan de kassa af te rekenen. Zij liep op het jongetje toe en nam hem het mes af. “Dit doe je niet!”, riep zij hem toe. Deze vrouw bleek afkomstig uit een ander land. De mannen lachten nog steeds. Het jongetje had tranen in zijn ogen. De groepen verlieten de winkel. De vrouw liep naar het radeloze jongetje toe. De tranen stonden in zijn ogen. “Ik vertel het aan mijn broer”, zei hij. “Die zal wraak nemen”. De mannen stonden verderop en lachten nog steeds.

De vrouw zei: “doe het niet, het helpt je niet. Je zult er vooral zelf last van krijgen”. Het jongetje zei dat hij nergens naar toe kon. Hij kon toch moeilijk naar de politie stappen. Die zouden hem nooit geloven. Een van de vriendjes zei: “Kijk, ze lachen je uit”

Deze gebeurtenis had plaats kunnen vinden in Bloemfontein, Hattiesburg (Mississipi) of een Parijse bidonville. Niets is minder waar. Het vond plaats in een van de meest welvarende Nederlandse voorsteden.

Het is geen nieuws.

 

1911

In Diversen on 14 juli 2011 at 01:10

In deze turbulente tijden is het goed eens naar het verleden te kijken. Wat gebeurde er wereldwijd exact 100 jaar geleden?

In 1911 was de wereld nog slechts een kleine 3 jaar verwijderd van de Eerste Wereldoorlog. Iedereen hield rekening met een groot conflict en in de meeste hoofdsteden werden hiervoor al jaren voorbereidingen getroffen. Desondanks was in het jaar 1911 een totale wereldbrand nog niet onvermijdelijk, omdat geen enkele mogendheid doelbewust naar werelddominantie streefde. De Verenigde Staten en Duitsland waren zeer snel opkomende industriële machten. De VS waren rond de eeuwwisseling het Britse Rijk al voorbij gestreefd en Duitsland deelde bijna de tweede plaats met dit koloniale wereldrijk. Zowel de VS als Duitsland hadden nauwelijks koloniën. De VS konden nog naar hartenlust expanderen in Noord Amerika, waar een overvloed aan grondstoffen was, terwijl Duitsland in toenemende mate afhankelijk werd van im- en export. Het land had inmiddels na het Britse Rijk de grootste handelsvloot. Grote spanningen ontstonden dan ook doordat Duitsland maar zeer moeizaam toegang kon krijgen tot buitenlandse markten. Daarnaast moest men altijd beducht zijn voor de Britse heerschappij over de wereldzeeën: een confiscatie van de handelsvloot of economische blokkade lag altijd op de loer.

Anno 2011 zijn de VS nog steeds de grootste economie, gevolgd door Japan en China. Duitsland heeft zijn derde plaats aan China moeten afstaan. De VS beheersen de wereldzeeën met 11 vliegdekschepen, meer dan alle andere landen bij elkaar. China plant er zeker vier.

Marokko

In december 1910 bezetten de Fransen de havenstad Agadir, nadat zij drie jaar eerder reeds Casablanca hadden bezet. De Franse penetratie in noordelijk Afrika had geleid tot een heilige oorlog van het Marokkaanse sultanaat tegen de Fransen. De Marokkaanse sultan wilde hervormingen doorvoeren. De Fransen bereikten echter een overeenkomst met de Marokkaanse sultan door deze leningen te verstrekken.  In ruil hiervoor erkende de sultan de Franse rechten uit hoofde van de conferentie van Algeciras (1906). In juli 1911 doet de Duitse keizer een paar uur de haven Agadir aan en ontmoet kort de Sultan. De commerciële rechten van Duitsland komen door de Franse interventie, die in strijd is met de bepalingen van 1906, ernstig in het gedrang. Dit leidt tot spanningen tussen Frankrijk en Duitsland. De Britten brengen hun vloot in staat van paraatheid, omdat als gevolg van de vlootovereenkomst (entente cordiale – 1904) tussen de Fransen en de Britten de laatsten verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de Franse noordkust. In maart van dat jaar bezweert minister Grey het Lagerhuis nog, dat het Britse Rijk niet verplicht is Frankrijk militair bij te staan.

In november bereiken de Fransen en Duitsers overeenstemming.In 1912 wordt Marokko een Frans protectoraat.

In november 2010 sloten de Fransen en Britten de “entente frugale” (het “vrekkige” verbond), vooral met betrekking tot de verdeling van de maritieme taken.  De Marokkaanse koning heeft recentelijk hervormingen aangekondigd.

Libië

In september 1911 verklaarde Italië de oorlog aan Turkije, omdat dit land niet akkoord ging met een militaire bezetting van Libië door Italië. De Italianen bezetten Tripoli, maar niet lang daarna stokte de strijd. De Turken hielden met Arabische steun stand in Cyrenaica en vooral Benghazi. Pas in oktober 1912 deed Turkije als gevolg van het uitbreken van de Balkanoorlog afstand van Libië. Italië ging tot de aanval over uit angst voor een verzwakking van zijn positie als gevolg van de gebeurtenissen in Marokko. Italië had militaire verdragen met zowel Frankrijk als Duitsland.

In 2011 begonnen Frankrijk en Engeland een militaire actie tegen Libië. Turkije verleent aanzienlijke humanitaire steun aan voormalig Cyrenaica.

Iran (Perzië)

In december 1911 vallen de Russen Perzië binnen. Sinds 1905 was een revolutie gaande die de macht van de Shah moest inperken en moest leiden tot een parlementaire democratie. In september werden de door de Russen gesteunde aanhangers van de voormalige Shah Mohammed Ali door regeringstroepen verslagen. De Perzen hadden voor de financiële reorganisatie van het land een Amerikaanse adviseur in dienst genomen. Rusland en het Britse Rijk kwamen in 1907 overeen dat het land werd verdeeld in een Russische en Britse invloedssfeer. Door de hervormingen dreigde Perzië te zelfstandig te worden. Met de bezetting van Teheran draaiden de Russen alle hervormingen terug.De Britten hadden groot belang bij stabiliteit in dit gebied: sinds 1899 was Koeweit de facto een Brits protectoraat. De Britse afhankelijkheid van olie nam snel toe nadat de vloot, bestaande uit nieuwe Dreadnoughts, van kolen op olie overschakelde.

In 2011 is Iran het enige land in het Midden Oosten buiten enige invloedssfeer en onderneemt vrijwel alles om in deze positie te blijven. De VS heeft de rol van Rusland en Engeland in het gebied overgenomen.

Anti trust

In de VS werden kartels opengebroken, omdat hun macht te groot werd (Sherman en Clayton Acts). In maart 1911 werd besloten dat de enorme Standard Oil Company (Rockefeller) moest worden gesplitst. Onder president Taft (1908 – 1912) werden 75 grote ondernemingen gedaagd. In Europa werd vrijwel niets tegen kartels en monopolies ondernomen.

In 2011 worden monopolies en kartels in de EU bij voortduring bestreden. In de VS is de anti-trustwetgeving sinds de jaren ’80 juist in afnemende mate van stal gehaald.