All Things Economic

Archive for januari, 2012|Monthly archive page

Schuld

In Diversen on 19 januari 2012 at 01:04

Het woord schuld stamt uit het Proto-Germaans (skul). Het betekende oorspronkelijk “moeten” of “verplichting”. Ook het werkwoord “zullen” stamt hiervan af (namelijk een nog te verrichten verplichting).

Schuld is nauw verbonden met zonde. Het begaan van een zonde betreft het overtreden van een goddelijke wet. Voor de kerstening betrof zonde een rechtsbegrip, namelijk het schuldig zijn aan een daad, mogelijk de overtreding van een absolute waarheid.

Sommige wetenschappers nemen aan, dat schulden in de oudheid van tijd tot tijd werden kwijtgescholden. Het Nieuwe Testament benadrukt de vergeving van schulden (de Romeinen zagen namelijk zelden van schuldvorderingen af). Omdat een directe relatie bestond tussen religie, heerser en handel (gereguleerde markten, vaak in en rond tempels), valt het punt te maken dat het vergeven van schulden ook geldschulden betreft. Overigens was het gedeelte van de bevolking dat vrij was gering: het merendeel betrof slaven en onvrijen, die geen bezit en dus geen schulden hadden. De meesten waren bezit evenals hun kinderen en kindskinderen. Ze hadden dus een lijfschuld.

De mens is een groepsdier. Als eenling is de mens uitzonderlijk kwetsbaar. De groep maakt de mens als soort succesvol. Met de ontdekking van de landbouw ontstonden complexere samenlevingen, omdat eigendomsverhoudingen en zaken op langere termijn moesten worden geregeld. Hierdoor moesten structuren worden ontwikkeld die het onmiddellijke belang van individuen en generaties overstegen. Het oprichten van deze structuren voltrok zich gewapenderhand. Het waren dus de krijgers die bezit (in essentie grond) verwierven. Binnen het territorium van de gemeenschap werd de wijze van bezitsverdeling vastgelegd in goddelijke wetten, waarbij de heerser zelf goddelijk was of door God werd gelegitimeerd.

Geboden en verboden, plichten en rechten; ze zijn met ons vooral sinds de landbouwrevolutie, nu zo’n 7.000 jaar geleden. Het merendeel van de mensheid leeft sindsdien in verschillende gradaties van horigheid, omdat men niet meer in te brengen heeft dan arbeid en aan arbeiders is zelden gebrek – en er is geen verschil tussen handjes en hersens. Gij zult arbeiden in het zweet uws aanschijns. Pas na gedane arbeid vindt men rust. Het recht geldt dus pas aan het eind van de dag. Geboden, verboden en plichten gaan hieraan vooraf.

In onze moderne samenlevingen lijkt het alsof de horigheid verdwenen is. De invloed van de kerk is sterk geslonken en absolute heersers kennen we niet meer. We hebben democratieën, die de soevereine wil van het volk tot uiting brengen. Heel even dachten we dat er onvervreemdbare rechten waren. We bleken echter bevestigend te hebben geantwoord op de vraag: Wollt Ihr die totale Schuld?

We zijn nu zover dat in het beschaafde Europa van vandaag miljoenen mensen leven die te weinig te eten hebben, verstoken zijn van zorg en geen onderdak hebben. Velen hadden dat voorheen wel en zij hadden vaak ook bezit. De Europese belofte maakt schuld zou je zeggen, maar omdat men in een democratie per definitie zijn eigen belofte creëert, draagt men de schuld ook zelf. Een lijfschuld.

De armlastigen arbeiden niet. En als ze al arbeiden, zijn ze niet productief genoeg. Zij zullen niet voldoende en zijn dus schuldig. Uiteraard gelijk voor de wet, maar niet gelijkwaardig. De enige grondwet is een oeroude wet – een goddelijke wet – en deze blijkt springlevend.

Zonde.

Negatieve rente

In Economie on 10 januari 2012 at 01:47

Duits schatkistpapier wordt momenteel verhandeld tegen een negatieve rentevergoeding. De belegger krijgt na 3, 6 of 12 maanden minder terug dan hij heeft ingelegd. Nu nadert zelfs het tweejaarsgeld de 0%. De Duitse federale overheid verdient nu dus aan het lenen van geld.

Verdienen aan het lenen van geld. Het lijkt te mooi om waar te zijn. Velen zien dit verschijnsel als het zoveelste bewijs, dat de geldende economische wetmatigheden niet langer geldig zijn. Het tegendeel is waar, maar daarmee is het verschijnsel van negatieve rente niet minder verontrustend.

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft aan Europese banken ruim € 450 miljard geleend, omdat de banken elkaar geen geld meer willen lenen. En dit bedrag betreft leningen die de banken pas na drie jaar hoeven terug te betalen. Een veelvoud van dit bedrag wordt op kortere termijn door de ECB aan de banken geleend. Zonder deze massieve interventies zou het merendeel van de banken niet meer bestaan. De banken moeten hiervoor rente betalen aan de ECB en voor de periode van drie jaar is dit slechts 1%. De Europese belastingbetaler staat garant voor de ECB.

Grote ondernemingen, zoals Siemens, hebben grote bedragen in kas. Deze bedragen worden niet ingezet voor grootschalige overnames of investeringen. Het geld wordt evenmin geretourneerd aan de aandeelhouders. Men houdt de middelen aan als strategische reserve. Het wordt echter steeds moeilijker om veilige beleggingsalternatieven te vinden en zelfs het aanhouden van grote tegoeden bij banken levert een ongewenst risico op: banken kunnen immers failliet gaan.

Voor Duitsland lijkt dit een gunstige ontwikkeling. Hetzelfde geldt voor Nederland, dat ook schatkistpapier tegen een negatieve rente heeft geveild. De economische wetmatigheden zijn echter onverbiddelijk. En dat betekent, dat de reële economie ernstig leidt onder de zeer slechte rendementen, het schijndode bankwezen en de afnemende beschikbaarheid van krediet. Hoewel dus de overheden lenen tegen zeer gunstige voorwaarden, dalen de rendementen van bijvoorbeeld pensioenfondsen nog verder. In Nederland klemt dit bijzonder, omdat de gezamenlijke pensioenfondsen tweemaal groter zijn dan de staatsschuld. Een meevaller voor de staat is dus een tweemaal zo grote tegenvaller voor de deelnemers in de pensioenfondsen. Per saldo wordt het land armer. Zelfs het voordeel van een lage rente kan meer dan teniet worden gedaan door tegenvallende belastingopbrengsten als gevolg van een krimpende economie.

De Nederlandse economie krimpt al en de vooruitzichten voor Duitsland zijn niet rooskleurig, hoewel een krimp daar nog niet wordt voorzien. Beleggers kijken naar landen die naar verwachting op termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen én die een markt voor staatsleningen van voldoende omvang hebben. Finland heeft hier al een probleem. Aan Nederland gaat dit effect nog even voorbij, omdat beleggers Nederland als een financiële provincie van Duitsland beschouwen. Dat betekent dan wel, dat Nederland bij nadere inspectie echt op Duitsland moet lijken – en dat is niet het geval.

Het probleem is dus niet economisch, maar politiek van aard. Het bankwezen moet worden gesaneerd en Duitsland en Frankrijk zullen met een aantal andere landen gezamenlijk staatsleningen moeten gaan uitgeven – de zogeheten “elitebonds” (zie ook het artikel Carolusobligaties van 4 december). Dit betekent ook een verdere fiscale en dus politieke integratie. Alleen dan kan weer een situatie worden bereikt, waarbij overheden moeten concurreren op de geld- en kapitaalmarkten. Wat zij ook dan gemakkelijk kunnen, omdat de reële economie meer dan genoeg inkomsten voor de staat oplevert.