All Things Economic

Archive for februari, 2016|Monthly archive page

VERDUN

In Diversen on 21 februari 2016 at 23:31

Erich von Falkenhayn

 

“The question of what, in fact, all that agony was about would not down. Started in an accident, it was simply running upon its own momentum; the peoples were continuing to fight because their ideas and their institutions had provided them with no means of stopping.[1]”

Honderd jaar geleden barstte de strijd rond Verdun los. Verdun is het zinnebeeld van de waanzin van de oorlog. Honderdduizenden sneuvelden en een nog groter aantal raakte ernstig gewond. Het totale complex aan gevechten, dat duurde van 21 februari tot 19 december 1916, vond plaats in een gebied  van 250 vierkante kilometer en zag de inzet van driekwart van het Franse leger en de helft het Duitse leger in het westen.

Het offensief bij Verdun was bedacht door Erich von Falkenhayn, de chef van de Duitse generale staf. Over von Falkenhayn zijn weinig lovende woorden geschreven, enerzijds wegens zijn verachting voor verliezen en anderzijds wegens een vermeend gebrek aan competentie. Het eerste is zeker juist, maar dat gold helaas voor de meeste legerleiders van zijn tijd. Het tweede is onjuist.

Als minister van oorlog en chef staf schreef von Falkenhayn reeds in november 1914, dat Duitsland de oorlog niet met militaire middelen alleen zou kunnen winnen: de Entente beschikte eenvoudigweg over een te groot overwicht. Hij zag een compromisvrede met Rusland als de meest veelbelovende uitweg. Politiek bleek dit niet haalbaar, omdat Duitsland juist vanwege Rusland in de oorlog verzeild was geraakt en het Duitse volk een vrede zonder overwinning maar moeilijk zou hebben kunnen begrijpen, als het al zou zijn gelukt om tot vrede te komen.

Daarom koos von Falkenhayn in 1915 voor een afmattingsstrategie. Hij vormde een flinke reserve, waardoor de generaals aan het front nooit voldoende troepen hadden om teveel in offensieve acties op te offeren. Dit afknijpen was vooral van belang aan het oostelijk front, waar de generaals Hindenburg en Ludendorff plannen ontwikkelden voor enorme omsingelingsslagen. Deze plannen gingen naar het oordeel van von Falkenhayn de kracht van het Duitse leger ver te boven.

Aan het westelijke front bleek de defensieve opstelling zeer succesvol, want in de Champagne leden de Fransen in 1915 grote verliezen, terwijl de Britten nog aarzelden met de opbouw van een leger van enige omvang van belang. Dit tot leidde tot grote irritatie bij de Fransen, waar oorlogsmoeheid zijn intrede begon te doen.

In het oosten werd in het voorjaar van 1915 tussen Gorlice en Tarnow met relatief beperkte middelen (maar met een enorme concentratie aan zware artillerie) door Duitsers en Oostenrijkers een grote doorbraak bereikt, waardoor de Russen eind 1915 uit Polen en Galicië waren verdreven. De Russische verliezen bedroegen in 1915 circa drie miljoen man. Dat Falkenhayn goed had gezien, dat er geen eind kwam aan de hulpbronnen van de Entente bleek wel uit het feit, dat het Russische leger ondanks deze enorme verliezen aan het eind van 1915 niet kleiner was dan aan het begin van dat jaar. Wat hij minder naar waarde schatte was, dat de aangeslagen, maar zeker niet verslagen Russen de oorlog voortzetten.

Het jaar 1915 had de Centralen een groot aantal tactische overwinningen gebracht, maar strategisch was de situatie slechts beperkt verbeterd. Een belangrijke rol in de overwegingen van Falkenhayn over de koers voor 1916 speelde de overschakeling van Groot-Brittannië naar het concept van totale oorlog.

De Britse strategie was tot dan toe niet erg succesvol geweest. De uitspraak van minister van buitenlandse zaken Grey in augustus 1914, dat het niet zoveel uitmaakte of de Britten wel of niet deel zouden nemen aan de oorlog – een uitspraak die vooral betrekking had op de Britse economie -, was lange tijd leidend. De blokkade was niet erg effectief, het Britse leger aan het westfront was relatief klein en alleen Italië was geworven voor de Entente en dan nog alleen tegen Oostenrijk. De lasten van de oorlog werden zoveel mogelijk afgewenteld op de koloniën en de bondgenoten. Na het echec van Gallipoli, dat Turkije had moeten doen capituleren en Rusland had moeten ontlasten, moest de Britse oorlogsinspanning drastisch worden verhoogd.

Dit kon alleen door het invoeren van de dienstplicht, het negeren van de rechten van neutralen, het aantrekken van miljardenleningen in de VS en het centraliseren van de oorlogsproductie. Om deze inspanningen in de Engelstalige wereld (de publieke opinie in de VS werd maximaal bespeeld) te kunnen verkopen, werd het propaganda-instrument ten volle ingezet: 1915 zag de wedergeboorte van de Hun. Het hele Duitse volk werd gedegradeerd tot een bloeddorstige massa, die ten koste van alles moest worden gestopt, zoals vijftienhonderd jaar eerder de Hun Atilla bij Chalons werd gestopt door de Romein Aetius.

Von Falkenhayn oordeelde, dat in 1916 een beslissing moest worden geforceerd: hij was zich ten volle bewust van de wending in Londen. Het Franse zwaard moest dus zo snel mogelijk uit de Engelse vuist worden geslagen. Zijn positie was moeilijk wegens de machinaties van Hindenburg en Ludendorff in het oosten en zijn niet al te beste verhouding met de Rijkskanselier. Wilde het Duitse leger een doorbraak forceren in het westen, dan was de tijd krap. Het moest gebeuren voordat de Britten “Kitchener’s Army” volledig zouden hebben ontplooid en voordat von Falkenhayn gedwongen zou worden de beschikbare reserves af te staan aan Hindenburg en Ludendorff.

En zo poogde von Falkenhayn het succesvolle offensief van Gorlice-Tarnow te dupliceren. Hij ging er vanuit, dat de Fransen niet zulke grote verliezen zouden kunnen dragen als de Russen een half jaar eerder. Een geconcentreerde en tactisch vernieuwende actie langs een beperkt, maar strategisch en psychologisch belangrijk deel van het front zou voor de Fransen buigen of breken betekenen.

Von Falkenhayn bleek echter te zuinig in het toedelen van de reserves. De aanval werd te smal ingezet en met veel te weinig roulatie onder de troepen. De zeer succesvolle opening van het offensief liep daarom al snel vast. Niet vanwege Franse weerstand, maar door uitputting van de Duitse troepen. De Fransen herstelden zich en konden de maanden daarna, mede wegens de toestroom aan Britse troepen in het noordwesten, de verliezen dragen.

De slag zou zich bijna een jaar voortslepen in al zijn gruwelijkheid. Het jaar begon met Verdun en eindigde met Verdun. Aan het einde van 1916 was de oorlog een totale oorlog geworden.

[1] Walter Millis, 1935, “Road to War, America 1914-1917”