All Things Economic

Archive for april, 2011|Monthly archive page

Titanic

In Politiek on 14 april 2011 at 14:45

In 1912 voer het hypermoderne passagiersschip Titanic op een ijsberg. Het onzinkbare schip werd binnen drie uur door de zee verzwolgen. Meer dan 1.500 passagiers lieten het leven.

Het schip werd als onzinkbaar beschouwd, omdat de romp was voorzien van waterdichte schotten. Zelfs indien vier compartimenten volliepen, zou het schip nog blijven drijven. De waterdichte schotten waren echter niet doorgetrokken tot boven de waterlijn.

Het Nederlandse schip van Staat werd ook lange tijd als onzinkbaar gezien. Tijdens de Dotcom crisis van 2001 – 2002 voer dit trotse schip op een kleine ijsberg.  De compartimenten bleken bepaald niet waterdicht, maar een terugkeer naar de scheepswerf werd niet nodig geacht. De ijsberg hoorde niet thuis op de vaarroute en werd buiten de orde verklaard. Enige noodreparaties volgden en de passagiers werden aangezet tot hozen gedurende de rest van de reis. Het schip maakte water, maar bleef stabiel wegens het hozen.  De passagiers kregen geen geld terug voor hun extra ongemak. De technische dienst berekende dat het schip en botsing met een grotere ijsberg best aankon, zeker nu de passagiers ook aan het hozen waren geslagen. Hierin zat nog wel wat extra capaciteit. De kosten van de reparatie en route vielen enorm mee. Hoe dit kon was niemand bekend, maar het ging goed en vragen werden niet gesteld.

In 2007 werden weer ijsbergen gesignaleerd. In 2008 liep de grote Amerikaanse liner flinke averij op. Het was weliswaar dezelfde route, maar  deze liner stond erom bekend ijsbergen op te zoeken. Helaas was de Amerikaanse liner zo beschadigd, dat ons Schip van Staat de stuurloze Amerikaanse liner moest ontwijken. En omdat het nogal druk was op deze vaarroute raakten veel andere schepen ook uit de koers.

Erg wendbaar was het Schip van Staat nooit geweest. Het schip had een enorme staf die de route en het leven aan boord minutieus uitstippelde.  Zodoende kon het schip zeer efficiënt varen en wist iedereen precies waar hij aan toe was. Dat werd met het uitwijken toch wel een probleem, zeker toen de ijsberg opdoemde.  De tweede stuurman stelde echter iedereen gerust: het schip heeft genoeg buffers om een onwaarschijnlijke botsing te weerstaan. Daarnaast stond hij in direct contact met de stuurmannen van alle andere liners. Gezamenlijk plotte men een nieuwe koers, waarvoor dan wel scherp bijgestuurd moest worden. Het Schip van Staat besloot echter een wat ruimere bocht te nemen: de navigatiekunst van het schip was immers exemplarisch.

Er bleken echter veel meer ijsbergen te zijn. Een botsing viel niet te vermijden. Toen het zover was, werd ook de staf aan het hozen gezet. Helaas bleek dat voor de reparatie van jaren eerder een aantal schotten was gebruikt. Een paar beladingsexperts had namelijk bedacht dat het ruim daardoor veel efficiënter kon worden benut en dat het flink zou schelen in de kosten van de reparatie, die voorts ook nog en route kon worden uitgevoerd. De technische dienst was hiermee akkoord gegaan, omdat zij zo binnen hun budget konden blijven. Al jaren was op deze club bezuinigd, omdat er nooit wat gebeurde. Er was zelfs gedacht aan het outsourcen van de technische dienst. Nu liep het ruim snel vol.

Gelukkig zijn nu alle ijsbergen in beeld gebracht. Het waren er nog meer dan gedacht. Het schip maakt water, maar is nog niet gezonken en weer op koers, zij het op veel lagere snelheid. Er wordt nu in konvooi gevaren. De Griekse, Portugese en Ierse liners zijn op sleeptouw genomen. Het is nog niet gelukt de IJslandse kotter aan de enterhaak te krijgen. Het is rustig op het dek, omdat iedereen aan het hozen is. De enorme staf is wat teruggebracht, waardoor er nu meer niet-betalende passagiers zijn.  Er is nog wat discussie over de hoosplicht. Beleidsmatig heeft de staf de waterdichte schotten weer aangebracht. Vooralsnog wordt op de implementatie van dit beleid nog gestudeerd. Voor de begeleiding van dit proces zijn toezichthouders aangesteld.

Een bezoek aan de werf is volop onderwerp van studie. Betalende passagiers zouden dan het schip kunnen verlaten en de implementatie van het beleid kost geld. Tot ieders verbazing blijkt volgens recent onderzoek dat de passagiers redelijk gelukkig zijn. Hoewel ze geen hoger tarief wensen te betalen, lijken ze er geen moeite mee te hebben dat ze steeds meer moeten hozen. Men besluit nog even door te varen.

Woningnood

In Economie on 13 april 2011 at 22:03

Marcel van Dam schrijft in de Volkskrant van 14 april dat een nieuwe woningnood in aantocht is.

Wat is woningnood? Woningnood is een tekort aan beschikbare woonruimte. De term werd vooral gebruikt in de naoorlogse periode, toen het aantal woningen veel kleiner was dan het aantal huishoudens (te weinig aanbod). Van Dam gebruikt de term nu om een uitval van de vraag te beschrijven. Hij heeft in zekere zin gelijk, omdat zowel de huur- als de koopprijzen op een peil liggen dat niet meer correspondeert met de koopkracht. Aanpassing van deze prijzen zou leiden tot een aanzienlijke neerwaartse aanpassing van de waardering van het vastgoed over de gehele linie.

Martin Sommer betitelde eerder het onderwijs als “Sovjetzone” van onze maatschappij. Deze term gaat ook op voor de volkshuisvesting.  Het gaat hierbij zowel om de huursector als de koopsector, omdat deze onderling samenhangen.  Communiceren doen zij echter niet.

Deze Sovjetzone is volledig gederailleerd en vormt een onmiddellijke bedreiging voor onze maatschappelijke orde en gezamenlijke welvaart. Zoals te doen gebruikelijk buitelt in onze gepartitioneerde polderdemocratie iedereen over elkaar heen om zijn of haar deelbelangen te verdedigen en het probleem te externaliseren.

De woningcorporaties zouden het hebben verknald, de projectontwikkelaars zijn frauduleus, de huurders wonen scheef en de woningeigenaren plunderen de schatkist met hun hypotheekrenteaftrek, waarbij de banken natuurlijk schandalige overcrediteringen toestonden bij incompetente kopers. We hebben het dan nog niet gehad over de abjecte richtlijn van de Europese Unie voor de sociale huursector. Wil iedereen zich nu eindelijk eens voegen naar de briljante intenties en vormgeving van de Heilstaat? Zijn we niet ongelofelijk blij als we weer terugkomen uit het buitenland, waar de afwezigheid van weldoordachte ruimtelijke ordening ons onmiddellijk naar de keel vliegt?

Bijna 17 miljoen mensen wonen nu in de drassige Rijndelta. In 1900 telde ons land nog 5 miljoen inwoners. Hoewel sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw de bevolkingsgroei afvlakt,  is er nog geen einde gekomen aan de toename van het aantal huishoudens.  Deze huishoudens wisselen steeds vaker in samenstelling en bestaan daarnaast in toenemende mate uit een persoon, waardoor het inkomen per huishouden daalt.

Een ander probleem is, dat en groot gedeelte van de woningvoorraad geen eeuwigheidswaarde heeft. Hoe lang gaan de woningen uit de jaren ’50, ’60 en ’70 mee? Waarschijnlijk twee en misschien drie generaties. Wij zijn niet gewend aan de idee dat op het bebouwde moet worden afgeschreven. Het is maar in beperkte mate een belegging.

Het huidige systeem is onhoudbaar geworden en had in de jaren ’60 van de vorige eeuw al hervormd kunnen en moeten worden. De opkomst van de alomvattende welvaartsstaat stond dit in de weg. De financieel-economische gevolgen van de sanering  zullen voor ons land ingrijpender zijn dan de integratie van Oost Duitsland was voor de Duitse Bondsstaat.