Wetenschappers van het onderzoekscentrum CERN hebben testen uitgevoerd, waarvan de uitkomsten wijzen op de mogelijkheid dat neutrino’s sneller kunnen reizen dan de lichtsnelheid. Volgens de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein uit 1905 kan niets sneller reizen dan het licht. Blijken de uitkomsten te kloppen, dan heeft dit gevolgen voor ons besef van causaliteit. Tijdreizen zou dan mogelijk zijn, hoewel op dit moment niemand aan kan geven wat dat precies betekent.
Tijdreizen is uiteraard al onder ons sinds de mens bestaat. Het is maar hoe je het bekijkt. Door de uitvinding van de stoommachine nam de reistijd snel af. Nog in de tijd van Napoleon kon een bericht van Rome naar Londen niet sneller worden verzonden dan in de Romeinse tijd (wegens de betere wegen en de cursus publicus ging het toen zelfs sneller). De moderne westerse mens verplaatst zich in een half jaar meer dan een middeleeuwer in een heel leven. Wij doen dus niets met de tijd, maar des te meer met de ruimte, althans in onze fysieke omgeving.
Toch laten wij goederen, diensten en geld al volop in de tijd reizen. Dit tijdreizen (in abstracto) houdt dan wel op bij het heden en daarom noemen wij dit contante waarde: de huidige waarde van toekomstige -en dus nog niet geleverde – prestaties. Zolang wij ons realiseren, dat wij de toekomst hoogstens kunnen schatten en dat deze dus niet vastligt, is er niets aan de hand. Het tegendeel lijkt echter waar te zijn.
Grote bureaucratische organisaties (grote ondernemingen en overheden) werken met modellen, waarbij het vangen van de toekomst tot waarheid wordt verheven. Men neemt dus een punt in de toekomst en bepaalt wat de uitkomst vandaag is. Of het nu gaat om de beurskoers, een investering in vastgoed, de pensioenaanspraken, staatsschuld of de ontwikkeling van de Wajong, overal worden waarheden gemodelleerd die betrekking hebben op de (zeer) lange termijn. Hierbij wordt uiteraard in alle gevallen causaliteit verondersteld. Deze causaliteit is van groot belang, omdat zodoende niet met scenario’s hoeft te worden gewerkt. Uit stap A volgt stap B en uiteindelijk leidt dit tot F. A = F en F = A. Het is dan ook een wereld waarin men zich altijd afvraagt aan welke knoppen moet worden gedraaid. De ogen gericht op het dashboard.
Alleen in een volledig vacuüm kan de lichtsnelheid worden bereikt. Naarmate er meer materie is, neemt de weerstand toe. Aan een zwart gat (oneindig dichte materie) ontsnapt dus geen licht. De huidige rentestanden impliceren een lage weerstand, immers als toekomstige prestaties tegen de rente op 10-jaars staatsleningen (ca. 2%) contant worden gemaakt, wijkt de huidige waarde van een toekomstige prestatie (of verplichting) nauwelijks af van de waarde over 10 jaar. Het laat zich raden wat er gebeurt, als de weerstand toch groter blijkt te zijn.
Agility, lean and mean, flexibiliteit, het zijn allemaal begrippen die erop gericht zijn de confrontatie met de materie te vermijden en de snelheid te verhogen. Hoeveel ongelukken gaan we nog krijgen nu de tijdreizigers al knoppendraaiend op hoge snelheid de materie wegdefiniëren? De knoppen: aan of naar?